1.1. Aan belanghebbende is met als dagtekening 30 september 2002 voor het jaar 1998 een aanslag in de vennootschapsbelasting (hierna: Vpb) opgelegd naar een belastbaar bedrag van fl. 0. Bij beschikking is een verzuimboete van fl. 50 (€ 23) vastgesteld.
1.2. Belanghebbende heeft in haar brief die de Inspecteur ontvangen heeft op 6 oktober 2004, bezwaar gemaakt tegen deze aanslag. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur, naar het Hof begrijpt, het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard en ambtshalve de aanslag verminderd naar een belastbaar bedrag van fl. -1.327.664 (€ -602.469) en gelijktijdig bij beschikking een verlies vastgesteld tot hetzelfde bedrag (hierna: de verliesvaststellingsbeschikking 1998). De Inspecteur heeft, naar het Hof begrijpt, de verzuimboete gehandhaafd.
1.3. Aan belanghebbende is met als dagtekening 20 september 2003 voor het jaar 1999 een aanslag Vpb opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 0.
1.4. Belanghebbende heeft in haar brief die de Inspecteur ontvangen heeft op 6 oktober 2004, bezwaar gemaakt tegen deze aanslag. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur, naar het Hof begrijpt, het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard en ambtshalve de aanslag verminderd naar een belastbaar bedrag van fl. -993.590 (€ -450.871) en gelijktijdig bij beschikking een verlies vastgesteld tot hetzelfde bedrag (hierna: de verliesvaststellingsbeschikking 1999).
1.5. Aan belanghebbende is voor het jaar 2000 een aanslag Vpb met als dagtekening 18 september 2004 opgelegd naar een belastbaar bedrag van fl. -93.156 (€ -42.272). De Inspecteur heeft gelijktijdig met het opleggen van de aanslag bij beschikking een verlies vastgesteld tot hetzelfde bedrag (hierna: de verliesvaststellingsbeschikking 2000). Bij beschikking is tevens een verzuimboete van fl. 150 (€ 68) vastgesteld.
1.6. Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de aanslag en de beschikkingen gehandhaafd.
1.7. Aan belanghebbende is voor het jaar 2001 een aanslag Vpb opgelegd naar een belastbaar bedrag van fl. -838.538 (€ -380.512). De Inspecteur heeft gelijktijdig met het opleggen van de aanslag bij beschikking een verlies vastgesteld tot hetzelfde bedrag (hierna: de verliesvaststellingsbeschikking 2001).
1.8. Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de aanslag en de beschikking gehandhaafd.
1.9. Aan belanghebbende is voor het jaar 2002 een aanslag Vpb opgelegd naar een belastbaar bedrag van fl. 0.
1.10. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de aanslag verminderd naar een belastbaar bedrag van € -483.566 en gelijktijdig bij beschikking een verlies vastgesteld tot hetzelfde bedrag (hierna: de verliesvaststellingsbeschikking 2002).
1.11. Aan belanghebbende is voor het jaar 2003 een aanslag Vpb opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 313.307. Bij beschikking is een bedrag aan heffingsrente vastgesteld van € 17.090.
1.12. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de aanslag verminderd naar een belastbaar bedrag van € -516.868 en gelijktijdig bij beschikking een verlies vastgesteld tot hetzelfde bedrag (hierna: de verliesvaststellingsbeschikking 2003). De Inspecteur heeft tevens de heffingsrente-beschikking verminderd tot nihil.
1.13. Belanghebbende is tegen de uitspraken van de Inspecteur in beroep gekomen bij de rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen bij uitspraak van 26 oktober 2010, naar het Hof begrijpt, ongegrond verklaard voor zover deze zien op de boetebeschikkingen en voor het overige gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de aanslagen verminderd tot aanslagen berekend naar belastbare bedragen van fl. -1.537.105 (€ -697.508) voor het jaar 1998, fl. -1.167.174 (€ -529.640) voor het jaar 1999, fl. -136.609 (€ -61.990) voor het jaar 2000, fl. -1.015.968 (€ -461.026) voor het jaar 2001, € 568.511 voor het jaar 2002 en € -579.163 voor het jaar 2003 en de verliesvaststellingsbeschikkingen dienovereenkomstig vastgesteld.
1.14. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft incidenteel hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft het incidentele hoger beroep van de Inspecteur beantwoord.
1.15. Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
1.16. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 februari 2012 te Arnhem. De zaken met de nummers 10/00528 tot en met 10/00538 zijn gezamenlijk behandeld. Belanghebbende en de Inspecteur zijn ter zitting verschenen.
1.17. Belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en overgelegd.
1.18. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.