ECLI:NL:GHARN:2012:BW6022

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
16 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
TBS P11/0245
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verlenging TBS niet-ontvankelijk wegens overlijden terbeschikkinggestelde

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 16 april 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 31 mei 2011, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar had verlengd. De terbeschikkinggestelde, geboren op een onbekende datum en voorheen verblijvende in een kliniek, is op 9 maart 2012 overleden. Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder een tussenbeslissing van 19 september 2011 en een brief van de Dienst Justitiële Inrichtingen van 9 maart 2012, waarin het overlijden werd bevestigd door de gemeentelijk lijkschouwer. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd dat de terbeschikkingstelling is geëindigd door het overlijden van de terbeschikkinggestelde. Tijdens de zitting op 2 april 2012 was de raadsman van de terbeschikkinggestelde, mr K.C.A. van der Meijden, niet aanwezig. Het hof heeft overwogen dat, gezien het overlijden van de terbeschikkinggestelde, het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De beslissing van het hof houdt in dat het beroep tegen de beslissing van de rechtbank niet ontvankelijk wordt verklaard, omdat de grondslag van het beroep, de terbeschikkingstelling, niet meer bestaat. De raden waren niet in staat deze beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

TBS P11/0245
Beslissing d.d. 16 april 2012
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
(terbeschikkinggestelde),
geboren te (plaats) op (datum),
voorheen verblijvende in de (kliniek).
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 31 mei 2011, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- de tussenbeslissing van dit hof van 19 september 2011;
- een brief van de Dienst Justitiële Inrichtingen van 9 maart 2012, met als bijlage het verslag van de gemeentelijk lijkschouwer, de terbeschikkinggestelde betreffend, van 12 maart 2012.
Het hof heeft ter zitting van 2 april 2012 gehoord de advocaat-generaal, mr J.W. Rijkers. De raadsman van de terbeschikkinggestelde, mr K.C.A. van der Meijden, advocaat te Eindhoven, is niet verschenen.
Overwegingen:
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd dat het hof zal verstaan dat de terbeschikkingstelling is geëindigd, nu de terbeschikkinggestelde op 9 maart 2012 is overleden.
Het oordeel van het hof
Blijkens de hiervoor genoemde brief is de terbeschikkinggestelde op 9 maart 2012 overleden. Gelet hierop verklaart het hof het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Beslissing
Het hof:
Verklaart het beroep tegen de beslissing van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 31 mei 2011 met betrekking tot (terbeschikkinggestelde) niet ontvankelijk.
Aldus gedaan door
mr C. Caminada als voorzitter,
mr Y.A.J.M. van Kuijck en mr J.P. Balkema als raadsheren,
en drs. R. Poll en dr. L. Kaiser als raden,
in tegenwoordigheid van mr A.H. Hettema als griffier,
en op 16 april 2012 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.