Parketnummer: 21-002278-11
Parketnummer: 21-002278-11
Uitspraak d.d.: 10 april 2012
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Arnhem van 20 juni 2011 in de strafzaak tegen
geboren te [geboorteplaats] op [1971],
wonende te [woonplaats], [adres].
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 27 maart 2012.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. De advocaat generaal heeft gevorderd dat verdachte voor het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een werkstraf van 100 uren subsidiair 50 dagen vervangende hechtenis. De vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door haar raadsman,
mr F.G.W.M. Huijbers, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Verdachte, die de Nederlandse taal niet machtig is, is ter terechtzitting bij de politierechter in de rechtbank Arnhem van 20 juni 2011 gehoord zonder tolk.
Het hof zal daarom het vonnis vernietigen en opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 november 2001 tot en met 6 juli 2004 te Zevenaar en/of te Ter Apel, gemeente Vlagtwedde, althans in Nederland, een of meermalen
- een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd en/of
- een toestemming medische informatie en/of - een nationaliteitsverklaring en/of
- toestemming: onderzoek Nederland/buitenland gehoord te worden omtrent de asielmotieven en/of
- een antecedentenverklaring en/of
- een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning en/of
- een nationaliteitsverklaring en/of
- toestemming: onderzoek Nederland/buitenland gehoord te worden omtrent de asielmotieven en/of
- een toestemmingsverklaring medische gegevens aanmeldcentrumprocedure en/of
- een antecedentenverklaring,
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, (telkens) valselijk heeft opgemaakt of vervalst, met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, door (telkens) opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid voormeld(e) geschrift(en) op te maken, althans heeft doen opmaken en/of (daarbij) (telkens) (valse) personalia, te weten [valse naam][valse voornamen] geboren [1971] te [geboorteplaats 1] en/of [geboorteplaats 2] (Sovjetunie) heeft opgegeven en/of (vervolgens) die/dat geschrift(en) (telkens) heeft voorzien van een handtekening die moest doorgaan voor een handtekening van die [valse naam];
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 november 2001 tot en met 11 december 2007 te Zevenaar en/of te Ter Apel, gemeente Vlagtwedde en/of te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, anders dan door valsheid in geschrift, opzettelijk niet naar waarheid één of meer gegevens heeft verstrekt aan één of meer medewerkers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst en/of de regiopolitie Gelderland Midden en/of de regiopolitie Groningen, zijnde degene(n) door wie of door wiens tussenkomst een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, werd verleend, immers heeft zij verdachte (telkens) opzettelijk valselijk de personalia [valse naam] geboren op [1971] te [geboorteplaats 1] en/of [geboorteplaats 2] (Sovjetunie) aan die personen opgegeven en/of zich (aldus) heeft voorgedaan als een persoon met voormelde personalia, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl verdachte wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden dat de verstrekte gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op die verstrekking of tegemoetkoming dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming;
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Door de raadsman is betoogd - kort en zakelijk weergegeven- dat het tenlastegelegde niet bewezen kan worden aangezien uit de Vreemdelingenwet 2000 niet blijkt van een verplichting om, waar het om de invulling van dergelijke formulieren of papieren gaat, juiste gegevens te vermelden.
Het hof verwerpt dit verweer. Dit verweer komt er in essentie op neer dat omdat in de Vreemdelingenwet 2000 geen specialis is opgenomen met betrekking tot het valselijk opmaken van formulieren, de generalis van artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht niet van toepassing zou zijn. Dat verweer vindt geen steun in de wet.
Anders dan de raadsman stelt, is het hof van oordeel dat de schriftelijke formulieren als genoemd in de tenlastelegging (stuk voor stuk) een bewijsbestemming hebben omdat de gegevens die op deze formulieren dienen te worden ingevuld relevant zijn voor de rechtspositie van verdachte.1 Het bewust opgeven van valse personalia in deze formulieren levert valsheid in geschrift op in de zin van artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht.
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 november 2001 tot en met 6 juli 2004 te Zevenaar en/of te Ter Apel, gemeente Vlagtwedde, althans in Nederland, een of meermalen
- een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd en/of
- een toestemming medische informatie en/of - een nationaliteitsverklaring en/of
- toestemming: onderzoek Nederland/buitenland gehoord te worden omtrent de asielmotieven en/of
- een antecedentenverklaring en/of
- een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning en/of
- een nationaliteitsverklaring en/of
- toestemming: onderzoek Nederland/buitenland gehoord te worden omtrent de asielmotieven en/of
- een toestemmingsverklaring medische gegevens aanmeldcentrumprocedure en/of
- een antecedentenverklaring,
-(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -,
(telkens) valselijk heeft opgemaakt of vervalst, met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, door (telkens) opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid voormeld(e) geschrift(en) op te maken, althans heeft doen opmaken en/of (daarbij) (telkens) (valse) personalia, te weten [valse naam][valse voornamen] geboren [1971] te [geboorteplaats 1] en/of [geboorteplaats 2] (Sovjetunie) heeft opgegeven en/of (vervolgens) die/dat geschrift(en) (telkens) heeft voorzien van een handtekening die moest doorgaan voor een handtekening van die [valse naam].
Wat het "doen opmaken" betreft: de formulieren in kwestie zijn op basis van de door verdachte verstrekte gegevens ingevuld.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het primair bewezen verklaarde levert op:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft formulieren bestemd voor het aanvragen van een verblijfsvergunning- asiel voorzien, doen voorzien, van valse, door haarzelf opgegeven, personalia. Daardoor heeft de verdachte het vertrouwen ondergraven dat in onze maatschappij in documenten waarmee de identiteit van een persoon kan worden vastgesteld moet kunnen stellen. Een juiste en rechtvaardige toepassing van het vreemdelingenrecht kan het niet stellen zonder eerlijkheid van de kant van degene die asiel zoekt. Verificatie van de juistheid van de redenen om dat laatste te doen moet mogelijk zijn maar wordt daardoor bemoeilijkt zo niet onmogelijk gemaakt. Dat frustreert een juiste en rechtvaardige besluitvorming over een dergelijke aanvrage.
Het blijft voor het hof onduidelijk welk motief verdachte destijds had om een valse naam op te geven. Daarnaar gevraagd heeft verdachte slechts aangegeven dat het opgeven van haar ware naam mogelijk zou leiden tot problemen in Armenië. Onduidelijk blijft echter de aard en de ernst van deze problemen. Dat is door de verdediging verder ook niet uitgewerkt. Het hof zal daarom bij de straftoemeting hiermee geen rekening kunnen houden
Dat een veroordeling mogelijk negatieve consequenties zal hebben ten aanzien van de verlening van een verblijfsvergunning aan verdachte, zoals door de raadsman is gesteld, is voor het hof evenmin een gegeven waarmee bij de strafoplegging rekening zal worden gehouden nu deze stelling op geen enkele wijze nader is onderbouwd. Zo zonder meer zou dat tekort doen aan de eis die, zoals opgemerkt, zeker ook heeft te gelden: dat een asielzoeker eerlijk is bij zijn of haar asielaanvraag.
Gelet op het bovenstaande ziet het hof geen reden om een lagere straf op te leggen dan door de advocaat generaal is gevorderd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 57 en 225 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 50 (vijftig) dagen hechtenis.
mr A. van Waarden, voorzitter,
mr B.P.J.A.M. van der Pol en mr J.D. den Hartog, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr G.W. Jansink, griffier,
en op 10 april 2012 ter openbare terechtzitting uitgesproken.