ECLI:NL:GHARN:2012:BW4397
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Overtreding van het Rijnvaartpolitiereglement door schipper van een motorvrachtschip
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 11 april 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter te Nijmegen. De verdachte, schipper van een motorvrachtschip, werd beschuldigd van het niet naleven van de meldplicht zoals vastgelegd in het Rijnvaartpolitiereglement (RPR). De tenlastelegging betrof meerdere overtredingen tussen 28 maart 2008 en 12 augustus 2008, waarbij de verdachte niet de vereiste gegevens heeft doorgegeven bij het binnenvaren van bepaalde riviergedeelten en het passeren van verkeersposten. Het hof oordeelde dat de verdachte, samen met zijn zoon, verantwoordelijk was voor de naleving van deze meldplicht, ongeacht wie er op dat moment aan het roer stond.
De verdediging voerde aan dat de verdachte niet als schipper kon worden aangemerkt op de momenten van de overtredingen en dat de meldplicht niet van toepassing was op zijn schip. Het hof verwierp deze argumenten en stelde vast dat de verdachte en zijn zoon beiden over de benodigde bekwaamheid beschikten en dat de meldplicht wel degelijk van toepassing was. Het hof oordeelde verder dat er geen sprake was van onrechtmatig verkregen bewijs, ondanks de bezwaren van de verdediging met betrekking tot het Privacyreglement Verkeersregistratiesystemen Rijkswaterstaat.
Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 800, waarvan € 400 voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Het hof concludeerde dat de verdachte opzettelijk had nagelaten te voldoen aan de meldplicht, wat de veiligheid op de drukke waterwegen in gevaar bracht. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van schippers voor de naleving van verkeersregels op het water en de noodzaak om de meldplicht serieus te nemen.