ECLI:NL:GHARN:2012:BW4221
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep na onvoldoende bewijs voor medeplegen van beroving
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 11 april 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Utrecht. De verdachte, die op 8 januari 2008 in Utrecht betrokken zou zijn geweest bij een beroving, is vrijgesproken. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de vereiste nauwe en bewuste samenwerking die nodig is voor medeplegen. De tenlastelegging betrof het wegnemen van een tas met inhoud uit een personenauto, waarbij de verdachte en medeverdachten de toegang tot de auto zouden hebben verkregen door het inslaan van een ruit. Tijdens de zitting heeft het hof de verklaringen van de aangeefster en getuigen beoordeeld, evenals het bewijs dat door de politie was verzameld. De aangeefster verklaarde dat zij op het moment van de beroving in haar auto zat en dat haar tas werd weggenomen door een jongen met een capuchon. De politie heeft kort na de beroving de verdachten aangehouden in een auto waarin enkele van de gestolen goederen werden aangetroffen. Het hof concludeerde echter dat, hoewel de medeverdachten wel degelijk betrokken waren bij de beroving, er geen bewijs was dat de verdachte zelf het feit had gepleegd of dat hij had samengewerkt met de anderen in de vereiste mate. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij, omdat de overtuiging dat hij het tenlastegelegde feit had begaan niet wettig en overtuigend was bewezen.