Parketnummer: 21-002261-10
Uitspraak d.d.: 1 februari 2012
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Almelo van 8 juni 2010 in de strafzaak tegen
[Verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres].
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 18 januari 2012 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr J. Ruarus, advocaat te Delden, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 20 maart 2009 in de gemeente Hengelo (O),
(voor/in de onmiddellijke nabijheid van bar [bar X] gevestigd aan het [locatie A]) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
opzettelijk en al dan niet met voorbedachte rade een of meer perso(o)n(en) genaamd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/althans een of meer (andere) perso(o)n(en) van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, met een (vuur)wapen heeft geschoten naar/op/in de richting van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/althans die (andere) perso(o)n(en), terwijl (telkens) de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 20 maart 2009 in de gemeente Hengelo (O), (voor/in de onmiddellijke nabijheid van bar [bar X] gevestigd aan het [locatie A])
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
aan een of meer perso(o)n(en) genaamd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/althans een of meer (andere) perso(o)n(en), opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, met een (vuur)wapen heeft geschoten naar/op/in de richting van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/althans een of meer (andere) perso(o)n(en), terwijl (telkens) de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 20 maart 2009 in de gemeente Hengelo (O), met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, het [locatie A] en/althans/in elk geval op of aan (een) openbare weg(en), openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/althans een of meer (andere) perso(o)n(en), welk geweld bestond uit het opzettelijk gewelddadig:
- indringen op en/of insluiten en/of aanvallen van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/althans die (andere) perso(o)n(en), en/of
- achtervolgen van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/althans die (andere) perso(o)n(en), en/of
- met een (vuur)wapen schieten op/naar/in de richting van/in de (onmiddellijke) nabijheid van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/althans die (andere) perso(o)n(en), en/of
- vastpakken bij/aan/om de kleding/het lichaam en/of (vervolgens) tegen de grond werken/duwen/drukken van die [slachtoffer 1], en/of
- (meermalen) slaan en/of stompen en/of schoppen en/of trappen in/tegen de rug en/althans het hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer 1], en/of
- (meermalen) slaan en/of stompen en/of schoppen en/of trappen in het gezicht en/althans (elders) tegen het hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer 2].
2.
hij op of omstreeks 20 maart 2009 in de gemeente Hengelo (O),
(op/aan/nabij de [locatie B] en/of [locatie C])
(telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen, (telkens) opzettelijk en (telkens) al dan niet met voorbedachten rade een of meer perso(o)n(en) genaamd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/althans een of meer (andere) perso(o)n(en) van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen, (telkens) met dat opzet en (telkens) al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, meermalen en/althans eenmaal met een (vuur)wapen heeft geschoten naar/op/in de richting van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] en/althans die (andere) perso(o)n(en), terwijl (telkens) de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 20 maart 2009 in de gemeente Hengelo (O), (op/aan/nabij de [locatie B] en/of [locatie C])
(telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen, aan een of meer perso(o)n(en) genaamd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/althans een of meer (andere) perso(o)n(en), (telkens) opzettelijk en (telkens) al dan niet met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen, (telkens) met dat opzet en (telkens) al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, meermalen en/althans eenmaal met een vuurwapen heeft geschoten naar/op/in de richting van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] en/althans een of meer (andere) perso(o)n(en), terwijl (telkens) de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 20 maart 2009 in de gemeente Hengelo (O), met een ander of anderen, op of aan de openbare weg(en), de [locatie B] en/of de [locatie C] en/of de [locatie D] en/althans/in elk geval op of aan (een) openbare weg(en), openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/althans een of meer (andere) perso(o)n(en),
welk geweld bestond uit het opzettelijk gewelddadig:
- indringen op en/of aanvallen van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] en/althans die (andere) perso(o)n(en), en/of
- meermalen en/althans eenmaal met een (vuur)wapen schieten op/naar/in de richting/in de (onmiddellijke) nabijheid van van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 5] en/althans die (andere) perso(o)n(en), en/of
- (meermalen) slaan met een wapen/hard voorwerp op/tegen het hoofd en/of de hand/pols en/althans het lichaam van die [slachtoffer 5].
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak ter zake van het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair en 2 subsidiair tenlastegelegde
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting en door de inhoud van wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 primair en subsidiair en 2 primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Ter zake van het onder 1 primair en 1 subsidiair tenlastegelegde ontbreekt het bewijs dat de verdachte op het [locatie A] heeft geschoten met een vuurwapen. Dat het anders is volgt noch uit de getuigenverklaringen, noch uit het technisch bewijs. Ook heeft het hof geen bewijs aangetroffen voor een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en de schutter, waardoor er sprake zou kunnen zijn van medeplegen. Het hof spreekt de verdachte om die reden vrij van deze feiten.
Ter zake van het onder 2 primair en 2 subsidiair tenlastegelegde is niet onomstotelijk komen vast te staan dat de verdachte heeft geschoten. De enkele feiten dat de vingerafdrukken van de verdachte op één van de patronen in het magazijn van het vuurwapen, waarmee geschoten is, zijn aangetroffen en dat de verdachte zogenaamde schiethanden had na afloop van het incident, is onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen. Daarbij is van belang geacht dat de verdachte heeft verklaard dat hij enige tijd voor het incident één van de patronen die later in het vuurwapen zijn gevonden heeft vastgehouden en dat hij na afloop van het incident direct fysiek contact heeft gehad met medeverdachte [medeverdachte A], die eerder die avond betrokken is geweest bij de schietincidenten op het [locatie A] en de [locatie B] te Hengelo. Niet kan worden uitgesloten dat die sporen zijn ontstaan op de wijze zoals de verdachte daarover heeft verklaard. Gelet daarop en gelet op de tegenstrijdige verklaringen die de getuigen hebben afgelegd over de gedragingen van de verdachte, is het hof van oordeel dat onvoldoende bewijs voorhanden is waaruit voortvloeit dat de verdachte betrokken is geweest bij het schietincident op de [locatie B] en/of [locatie C]. Het hof spreekt de verdachte van deze feiten daarom vrij.
Overweging met betrekking tot het bewijs ter zake van het onder 1 meer subsidiair tenlastegelegde
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het onder 1 meer subsidiair tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt daarbij in het bijzonder het volgende.
De raadsman heeft betoogd dat de verdachte van het onder 1 meer subsidiair tenlastegelegde eveneens dient te worden vrijgesproken omdat geen sprake was van een herkenbare groep en de verdachte niet zelf de confrontatie zocht, maar werd aangevallen.
De verweren van de raadsman worden verworpen.
Uit het dossier volgt dat ‘s nachts op het [locatie A] te Hengelo een handgemeen ontstond tussen een groep Hengelose en een groep Almelose jongeren. Voorts blijkt uit een aantal getuigenverklaringen dat de verdachte aan dat handgemeen een bijdrage heeft geleverd door geweld te plegen tegen aangever [slachtoffer 1]. Op grond daarvan acht het hof bewezen dat de verdachte het onder 1 meer subsidiaire feit heeft gepleegd.
Anders dan de raadsman heeft betoogd, is niet vereist dat sprake was van twee duidelijk herkenbare groepen. Voldoende is dat de verdachte tezamen met anderen op de openbare weg geweld heeft gepleegd.
Het hof verwerpt de door de raadsman gevoerde verweren.
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 meer subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 20 maart 2009 in de gemeente Hengelo (O), met anderen, op de openbare weg, het [locatie A] openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] welk geweld bestond uit het opzettelijk gewelddadig:
- aanvallen van die [slachtoffer 1]
- vastpakken aan het lichaam van die [slachtoffer 1], en
- meermalen slaan en schoppen tegen het hoofd en lichaam van die [slachtoffer 1].
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het onder 1 meer subsidiair bewezen verklaarde levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder in aanmerking genomen hetgeen omtrent de persoon van verdachte is gebleken, is het hof van oordeel dat oplegging van een taakstraf, bestaande uit een werkstraf van de hierna aan te geven duur, passend en geboden is.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het zonder aanleiding plegen van openlijk geweld in het uitgaansleven. Met zijn handelen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers.
De oriëntatiepunten straftoemeting hanteren als uitgangspunt bij het plegen van een openlijke geweldpleging zonder lichamelijk letsel het opleggen van een werkstraf van 120 uur. Het hof is van oordeel dat met het opleggen van die straf kan worden volstaan.
Uit het Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 21 december 2011 volgt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld ter zake van het plegen van strafbare feiten.
Gelet daarop, en mede in aanmerking genomen de beperkte rol die de verdachte heeft gehad in de vechtpartij en het gegeven dat het feit is gepleegd op 20 maart 2009 terwijl het arrest van het hof wordt gewezen op 1 februari 2012 en de documentatie van verdachte geen nieuwe strafbare feiten te zien geeft acht het hof – anders dan de advocaat-generaal – het opleggen van een voorwaardelijk strafdeel niet noodzakelijk.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] (vertegenwoordigd door D. van Doorn van ARAG rechtsbijstand)
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 4.605,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Het hof is van oordeel dat de vordering ziet op een strafbaar feit dat thans niet aan de verdachte is tenlastegelegd. De door de benadeelde partij gevorderde schade ziet op de mishandeling die jegens [slachtoffer 5] zou zijn gepleegd, na afloop van het onder 2 bewezenverklaarde feit. Deze mishandeling is in deze strafzaak niet aan de orde.
De benadeelde partij kan daarom nu in haar vordering niet worden ontvangen en kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d en 141 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en subsidiair en 2 primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 meer subsidiair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 60 (zestig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde werkstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren werkstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] (vertegenwoordigd door D. van Doorn van ARAG rechtsbijstand)
Verklaart de benadeelde partij, [slachtoffer 5] (vertegenwoordigd door D. van Doorn van ARAG rechtsbijstand), in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr R. de Groot, voorzitter,
mr B.P.J.A.M. van der Pol en mr M.J. Stolwerk, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr L.J.J.G. Verhaeg, griffier,
en op 1 februari 2012 ter openbare terechtzitting uitgesproken.