ECLI:NL:GHARN:2012:BV1434
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- I.A. Katz-Soeterboek
- E.B. Knottnerus
- W. Duitemeijer
- Rechtspraak.nl
Herziening van de opzegging van de arbeidsovereenkomst en de gevolgen voor de appellant
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 17 januari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opzegging van de arbeidsovereenkomst van de appellant, die in eerste instantie als kennelijk onredelijk werd beoordeeld. Het hof heeft in een tussenarrest van 26 juli 2011 overwogen dat de gevolgen van de opzegging voor de appellant te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever, Ploeg Ede B.V., bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Na een comparitie van partijen, waarin nadere inlichtingen zijn verkregen, heeft het hof zijn eerdere oordeel heroverwogen. Het hof concludeert dat de appellant, die al sinds 2002 een eenmanszaak heeft, niet in een slechte arbeidsmarktpositie verkeerde ten tijde van zijn ontslag. De appellant had in de jaren voorafgaand aan zijn ontslag aanzienlijke winsten behaald uit zijn onderneming, wat de stelling van een slechte financiële situatie ondermijnt. Het hof komt tot de conclusie dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst met de appellant niet kennelijk onredelijk is en bekrachtigt het eerdere vonnis van de kantonrechter. De appellant wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die aan de zijde van Ploeg Ede B.V. zijn begroot op € 1.788,- voor salaris en € 263,- voor griffierecht.