ECLI:NL:GHARN:2011:BV0677

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
15 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
TBS P11/0412
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Y.A.J.M. van Kuijck
  • E. van der Herberg
  • C. Caminada
  • W.J. Schudel
  • A. Verheugt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling en beoordeling van zittingscapaciteit

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 15 december 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die verblijft onder de administratieve verantwoordelijkheid van Hoeve Boschoord. De zaak is aanhangig gemaakt tegen de beslissing van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 23 augustus 2011, die de terbeschikkingstelling met een jaar heeft verlengd. Het hof heeft de relevante stukken in overweging genomen, waaronder het verlengingsadvies van Hoeve Boschoord en de vordering van de officier van justitie.

Het Openbaar Ministerie heeft geconcludeerd dat de terbeschikkinggestelde het dwingende kader van de maatregel nog nodig heeft, en heeft verzocht om verlenging van de maatregel met een jaar. De advocaat-generaal heeft daarbij opgemerkt dat er voor de volgende verlenging een maatregelrapport moet worden opgemaakt, indien de terbeschikkinggestelde vooruitgang blijft boeken. De raadsvrouw van de terbeschikkinggestelde heeft verzocht om aanhouding van de zaak om de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging te onderzoeken.

Het hof heeft het verzoek tot aanhouding afgewezen, omdat het daarvoor nog te vroeg is. Het hof oordeelt dat het ingezette traject moet worden voortgezet en bevestigt de beslissing van de rechtbank, met de opmerking dat de rechtbank een onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd door het gebrek aan zittingscapaciteit als beletsel te beschouwen. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank met overneming van de gronden bevestigd en het verzoek tot aanhouding afgewezen.

Uitspraak

TBS P11/0412
Beslissing d.d. 15 december 2011
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
(terbeschikkinggestelde),
geboren te (plaats) (land) op (datum),
verblijvende onder administratieve verantwoordelijkheid van Hoeve Boschoord te Boschoord (op adres).
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 23 augustus 2011, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- het verlengingsadvies van Hoeve Boschoord van 26 mei 2011;
- de vordering van de officier van justitie van 17 juni 2011;
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van hoger beroep van de terbeschikkinggestelde van 26 augustus 2011;
- de aanvullende informatie van Reclassering Nederland van 21 november 2011;
- de aanvullende informatie van Trajectum van 24 november 2011.
Het hof heeft ter terechtzitting van 1 december 2011 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr J.A.M. Kwakman, advocaat te Deventer en de advocaat-generaal mr I. Berben.
Overwegingen:
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De terbeschikkinggestelde heeft het dwingende kader van de maatregel nog nodig. Gelet op het advies van de kliniek en de actuele risicofactoren, is een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging nog niet aan de orde. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot verlenging van de maatregel met een jaar met daarbij de overweging dat indien de terbeschikkinggestelde vooruit blijft gaan, er voor de volgende verlenging een maatregelrapport moet worden opgemaakt.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw
De raadsvrouw heeft geconcludeerd tot aanhouding van de zaak om de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging te onderzoeken. Een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging verandert in de praktijk niets. De kliniek staat al op afstand, er is begeleiding van de reclassering en de terbeschikkinggestelde wil en zal blijven wonen aan de (adres). Hij functioneert al geruime tijd goed en het recidivegevaar wordt als laag ingeschat indien hij in de huidige setting verblijft, hetgeen niet zal veranderen. De terbeschikkinggestelde zal ambulante begeleiding accepteren.
Het oordeel van het hof
Het verzoek tot aanhouding om een maatregelrapport te laten opmaken omtrent de (on)mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege moet worden afgewezen, omdat het daarvoor nog te vroeg is. Het traject dat is ingezet dient te worden voortgezet.
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op juiste gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist. Daarom zal de beslissing waarvan beroep met overneming van die gronden worden bevestigd.
Het hof merkt daarbij op dat de overweging van de rechtbank dat zij ‘met het geven van de onderhavige beslissing voldoet (…) aan het in artikel 509t, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering neergelegde wettelijke vereiste om op de vordering tot verlenging te beslissen binnen twee maanden nadat het beletsel om aan de hoorplicht te voldoen is weggevallen’getuigt van een onjuiste rechtsopvatting. Als beletsel dient in het licht van de wetshistorie gezien te worden een omstandigheid die in de persoon van de terbeschikkinggestelde is gelegen. Hieronder valt in ieder geval niet het in deze zaak door de rechtbank als beletsel genoemde gebrek aan zittingscapaciteit van de rechtbank.
Beslissing
Het hof:
Wijst af het verzoek tot aanhouding.
Bevestigt de beslissing van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 23 augustus 2011 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde (naam).
Aldus gedaan door
mr Y.A.J.M. van Kuijck als voorzitter,
mr E. van der Herberg en mr C. Caminada als raadsheren,
en prof. dr. W.J. Schudel en dr. A. Verheugt als raden,
in tegenwoordigheid van mr A.H. Hettema als griffier,
en op 15 december 2011 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.