3. Tegen de vaststelling van de feiten door de rechtbank zijn verder geen grieven gericht, zodat er in hoger beroep van kan worden uitgegaan. Met wat verder over de feiten vaststaat, kan van de volgende feiten worden uitgegaan.
3.1. Op 4 oktober 2007 ’s middags reed [geïntimeerde] op zijn racefiets op [adres], vanuit de richting van [adres] in de richting van [adres]. [adres] is gelegen buiten de bebouwde kom van [plaats]. Er geldt ter plaatse een maximum snelheid van 60 kilometer per uur. [geïntimeerde] fietste (gezien zijn rijrichting) aan de rechterkant van de weg met een gemiddelde snelheid van ongeveer 25 kilometer per uur.
3.2. Omstreeks 15.12 uur die dag en ter hoogte van perceel 3 is [geïntimeerde] ten val gekomen op het moment dat hij werd ingehaald door een vrachtauto met aanhangwagen. Hij is daarbij onder de rechtervoorwielen van de aanhangwagen terechtgekomen.
3.3. De vrachtwagencombinatie werd bestuurd door de heer [bestuurder vrachtwagen] (hierna: [bestuurder vrachtwagen]), werknemer bij de [werkgever] De vrachtwagencombinatie behoort in eigendom toe aan dit bedrijf. Het betreft een combinatie van 3,8 meter hoog en - zowel het trekkende voertuig als de aanhanger - van 2.55 meter breed. De afstand tussen de achterzijde van de laadvloer van het trekkende voertuig en de laadbak van de aanhangwagen bedraagt 1.83 meter. Het bedrijf van [werkgever] is gevestigd aan [adres] te [plaats]. [bestuurder vrachtwagen] was onderweg naar het bedrijf. Daartoe diende hij enkele honderden meters na de plaats van het ongeval linksaf te slaan.
3.4. Reaal is de WAM-verzekeraar van de vrachtwagencombinatie.
3.5. Voordat [bestuurder vrachtwagen] de sub 2.2 beschreven inhaalmanoeuvre ging uitvoeren had hij meermaals duidelijk geclaxonneerd ten teken dat hij [geïntimeerde] wilde passeren.
3.6. Uit het door de politie IJsselland opgemaakte proces-verbaal -verkeersongevalanalyse blijkt het volgende:
Ter plaatse van het ongeval is [adres] ongeveer 3,50 meter breed en is deze voorzien van bitumen/asfalt.
Het ongeval plaats heeft plaats gevonden op een recht gedeelte van [adres].
Aan weerszijden van de rijbaan bevindt zich nog een aparte strook grasbetonklinkers met een breedte van 40 centimeter. Deze grasbetonklinkers sluiten - in de rijrichting van [geïntimeerde] kort voor het ongeval - ter plaatse van het ongeval niet aan op het asfalt van de rijbaan van [adres], waardoor er sprake is van een richel tussen de klinkers enerzijds en de rijbaan anderzijds van ongeveer 3 tot 5 centimeter. In deze richel werden door de politie recente sporen aangetroffen.
Ter plaatse van het ongeval waren op het wegdek twee recente, korte naast elkaar liggende remblokkeersporen zichtbaar. De langsprofielen in deze sporen kwamen ogenschijnlijk overeen met de langsprofielen van de beide rechter voorbanden van de aanhangwagen van de vrachtwagencombinatie. De gemeten afstand tussen de rechterzijde van het rechter remblokkeerspoor en de rechterzijde van de rijbaan (inclusief de grasbetonklinkers) bedroeg 1,8 meter.
Op de grasbetontegels, die links naast de rijbaan van [adres] gelegen zijn, werd eveneens een recent remblokkeerspoor aangetroffen. Dat remblokkeerspoor was afgetekend door de aan de linker voorzijde van de aanhangwagen gemonteerde binnenste band.
De eindpositie op [adres] waarin de vrachtwagencombinatie werd aangetroffen was dat de linkerbanden van de combinatie zich bevonden op de linkerzijde van de links van de rijbaan aangebrachte grasbetontegels en in de linkerberm. De afstand tussen de rechtervoorzijde van het trekkende voertuig en de rechterzijde van de rijbaan (inclusief de grasbetontegels) bedroeg 1,8 meter. Ook de afstand tussen de rechterachterzijde van de aanhangwagen en de rechterzijde van de rijbaan bedroeg 1,8 meter.
De breedte van de sub 2 omschreven vrachtwagencombinatie bedraagt 2,55 meter, zowel van het trekkende voertuig als de aanhanger.
De afstand tussen de achterzijde van de laadvloer van het trekkende voertuig en de laadbak van de aanhangwagen bedraagt 1,83 meter.
Blijkens het registratieblad van de tachograaf bedroeg de maximale snelheid, vlak voordat de vrachtwagencombinatie tot stilstand was gebracht, 40 kilometer per uur.
3.7. In het proces-verbaal verkeersongevalanalyse wordt onder het kopje “ongevalsoorzaak, toedracht en gevolg” het navolgende vermeld:
“Aan de hand van de schades en de aangetroffen sporen werd duidelijk hoe het ongeval had plaatsgevonden en hoe de voertuigen met elkaar in aanraking waren gekomen. Hierbij bleek ons dat de bestuurder van de racefiets had gereden over de rijbaan van [adres] komende uit de richting van [adres] en gaande in de richting van [adres] te [plaats]. De bestuurder van de Volvo met aanhangwagen naderde deze fietser van achteren en was volgens zijn verklaring voornemens de fietser links in te halen. Vermoedelijk omdat het voorwiel van de racefiets in de lager gelegen opening (spleet) tussen de rechterzijde van de rijbaan en de linkerzijde van de daarnaast aangebrachte grasbetonklinkers terecht kwam, raakte de fietser in onbalans en viel hij met zijn fiets linksom. De fietser viel met zijn fiets op het wegdek, vlak voor de rechter voorwielen van de op dat moment zich schuin linksachter hem bevindende aanhangwagen. Hij werd daarop met zijn fiets door deze wielen overreden. Na deze overrijding tekenden de banden van de beide rechter voorwielen korte remblokkeerspoortjes op het wegdek af. De gemeten afstand tussen de rechterzijde van het rechter remblokkeerspoortje en de rechterzijde van de rijbaan bedroeg 1,8 meter. De bestuurder van de vrachtauto en aanhangwagen had derhalve geheel over de linkerweghelft rijdend deze fietser links ingehaald. De fietser werd daarna met zijn fiets over het wegdek schuin rechts naar voren weg geduwd en kwam op het wegdek tot stilstand. De bestuurder van de vrachtauto met aanhangwagen bracht hierop zijn combinatie op de linkerzijde van de rijbaan, de daarnaast gelegen grasbetonklinkers en gedeeltelijk in de linkerberm tot stilstand.”
3.8. [geïntimeerde] heeft tengevolge van het ongeval ernstig letsel opgelopen. Op de dag van het ongeval is een levensreddende operatie uitgevoerd. Er bleek ondermeer sprake van een zogenoemde open-boekfractuur van het bekken: het bekken was, doordat de vrachtwagencombinatie over het lichaam van [geïntimeerde] heen was gereden, als het ware opengeklapt, waardoor een groot aantal fracturen in het bekken waren ontstaan, spieren volledig waren verscheurd en het zenuwstelsel ernstig was beschadigd. Er bleek daarnaast sprake van een perineumruptuur, breuken in de wervelkolom, ernstig crushletsel aan vooral het linker bovenbeen, een breuk en bandenletsel in de linkerknie. Voorts een breuk in, dan wel bandenletsel van de rechter voet, afgescheurde buikspieren, verschillende ribfracturen en gevoelsstoornissen in het linker boven- en onderbeen. Gebleken is verder dat de geslachtorganen niet meer functioneren, hetgeen ertoe heeft geleid dat seksuele gemeenschap niet meer mogelijk is. [geïntimeerde] is langdurig aangewezen geweest op een stoma en urinekatheter en ondervindt nog altijd verschillende problemen van urologische aard (er is sprake van een vernauwde urinebuis en een kleinere blaas). [geïntimeerde] ondervindt tevens klachten van cognitieve aard (geheugenstoornissen, concentratiestoornissen, moeten zoeken naar bepaalde woorden, snelheid van rekenen, etc.)
3.9. [geïntimeerde] heeft diverse operaties ondergaan en is nog volop aan het revalideren. Van een medische eindtoestand is op korte termijn nog geen sprake.
3.10. In een brief van 3 maart 2008 aan de advocaat van [geïntimeerde] heeft de heer [medewerk[medewerker Reaal] (hierna: [medewerker Reaal]) namens Reaal, het volgende geschreven:
“ In genoemde zaak doen wij u een kopie toekomen van het Proces-Verbaal Verkeersongevallenanalyse.
Uit dit rapport blijkt dat de rechterzijde van het voertuig van onze verzekerde zich tijdens het inhalen van uw cliënt op circa 1.80 m. van de rechterzijde van de rijbaan bevond. Dit is gebleken uit het remspoor dat de beide rechter voorwielen op het wegdek hebben achtergelaten (foto 2 pag 9 en foto 8 pagina 14). Onze verzekerde heeft bij het inhalen gedeeltelijk door de linkerberm gereden, getuige de foto’s 9 en 9a pagina 14.
Daarnaast blijkt dat uw verzekerde ten val is gekomen door een stuurfout die hem kan worden toegerekend en die beschouwd kan worden als de oorzaak van het ongeval.
Niettemin zullen wij, gezien de geconstateerde snelheid van onze verzekerde, geen beroep doen op overmacht aan de zijde van onze verzekerde. (cursivering Hof) Wij zijn daarom van mening dat wij gehouden zijn 50% van de schade van uw cliënt te vergoeden. In verband met het opgelopen letsel achten wij een billijkheidscorrectie tot 2/3 deel van de door uw cliënt geleden schade reëel.
Graag worden wij zo spoedig mogelijk inhoudelijk geïnformeerd over de aard en de ernst van het door uw cliënt opgelopen letsel en de daaruit voortvloeiende schade. Sinds december 2007 mochten wij niet meer van u vernemen.
Wij zien uw reactie daarom met belangstelling tegemoet.”
3.11. In een brief van 29 april 2008 heeft [medewerker Reaal] namens Reaal onder mee het volgende aan de advocaat van [geïntimeerde] geschreven:
“Wij hebben ook kennis genomen van uw opmerkingen over wat er zich voorafgaande aan het ongeval zou hebben kunnen afgespeeld. In uw analyse speelt de afstand tussen de rechterzijde van het voertuig van onze verzekerde en de rechterzijde van de weg, waar de richel ligt, een grote rol. Wij delen uw zienswijze met betrekking tot de positie van het voertuig van onze verzekerde echter niet.
(…)
Verder geeft u de omstandigheden aan waarmee de chauffeur van het voertuig van onze verzekerde rekening mee had moeten houden. In algemene zin zijn wij het met u eens dat van bestuurders van vrachtwagencombinaties een grote mate van zorgvuldigheid en voorzichtigheid mag worden gevraagd in omstandigheden zoals deze. Wij stellen echter dat de chauffeur hieraan grotendeels heeft voldaan, met uitzondering van de al gememoreerde snelheid.
Wij zijn het niet met u eens dat de chauffeur had moeten wachten op een ander moment om in te halen, omdat er ook op het bewuste moment genoeg ruimte was, mede doordat onze verzekerde gedeeltelijk door de linkerberm is gaan rijden. (…)
Na intern overleg zullen wij 75% van de door uw cliënt geleden schade vergoeden.
(…)
Met betrekking tot de discussie over de aansprakelijkheid behouden wij ons uitdrukkelijk alle rechten en weren voor.”