ECLI:NL:GHARN:2011:BU7571
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- P.R. Wery
- J.M.J. Denie
- P.L.M. van Gorkom
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid hoger beroep in strafzaak door gebrek aan volmacht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 28 november 2011 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het hoger beroep van de verdachte. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Utrecht, maar de advocaat-generaal vorderde dat de verdachte niet-ontvankelijk werd verklaard. Dit was gebaseerd op het feit dat in de akte rechtsmiddel niet was vermeld dat de raadsvrouw specifiek was gevolmachtigd om namens de verdachte hoger beroep in te stellen. Het hof constateerde dat de appelakte een aantal feitelijke mededelingen bevatte, waarbij een vakje had moeten worden aangekruist om aan te geven dat de comparant, in dit geval de advocaat, bepaaldelijk was gevolmachtigd. Aangezien dit vakje niet was aangekruist, concludeerde het hof dat de vereiste volmacht niet was verleend, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep. Het hof oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die deze situatie rechtvaardigden, en dat de procedure afweek van eerdere arresten van de Hoge Raad. De verdachte werd derhalve niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, en het hof besloot om de zaak niet inhoudelijk te behandelen, aangezien de verdachte ook geen grieven had ingediend binnen de gestelde termijn. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. P.R. Wery als voorzitter, en de raadsheren mr. J.M.J. Denie en mr. P.L.M. van Gorkom. De griffier was mr. E.C.M. Steeghs.