ECLI:NL:GHARN:2011:BU7563
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- B.J.J. Melssen
- R. Feunekes
- E.M. Kostense
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor paspoort aan moeder niet in belang van minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 december 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor de afgifte van een paspoort voor haar minderjarige kind. De rechtbank Zwolle-Lelystad had eerder, op 7 oktober 2010, dit verzoek afgewezen. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. P.M. de Vries, heeft in hoger beroep verzocht om vernietiging van de eerdere beschikking en toewijzing van haar verzoek. De vader, vertegenwoordigd door mr. B.J. Ittmann, heeft het verzoek bestreden en verzocht om niet-ontvankelijk verklaring van de moeder in haar appel.
Tijdens de zitting op 27 juni 2011 is de zaak behandeld, waarbij beide ouders aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. De moeder heeft in het Engels gesproken, en haar verklaringen zijn door haar advocaat in het Nederlands vertaald. Het hof heeft kennisgenomen van verschillende brieven van de advocaten en de Raad voor de Kinderbescherming, waarin onder andere werd verzocht om mediation. Het hof heeft echter geconcludeerd dat de zaak niet in aanmerking komt voor een ouderschapsonderzoek.
Het hof heeft vastgesteld dat er veel strijd en wantrouwen bestaat tussen de ouders, wat ook blijkt uit eerdere geschillen over de hoofdverblijfplaats van het kind en omgangsregelingen. De moeder wenst met het kind naar Brazilië te reizen, maar de vader vreest dat dit zal leiden tot een permanente verhuizing van het kind naar dat land. Het hof oordeelt dat het verlenen van toestemming voor het paspoort in de huidige situatie schadelijk zou zijn voor het kind, dat al belast is door de conflicten tussen de ouders. Het hof bekrachtigt daarom de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de moeder af.