ECLI:NL:GHARN:2011:BU7563

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
1 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.079.813/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor paspoort aan moeder niet in belang van minderjarige

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 december 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor de afgifte van een paspoort voor haar minderjarige kind. De rechtbank Zwolle-Lelystad had eerder, op 7 oktober 2010, dit verzoek afgewezen. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. P.M. de Vries, heeft in hoger beroep verzocht om vernietiging van de eerdere beschikking en toewijzing van haar verzoek. De vader, vertegenwoordigd door mr. B.J. Ittmann, heeft het verzoek bestreden en verzocht om niet-ontvankelijk verklaring van de moeder in haar appel.

Tijdens de zitting op 27 juni 2011 is de zaak behandeld, waarbij beide ouders aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. De moeder heeft in het Engels gesproken, en haar verklaringen zijn door haar advocaat in het Nederlands vertaald. Het hof heeft kennisgenomen van verschillende brieven van de advocaten en de Raad voor de Kinderbescherming, waarin onder andere werd verzocht om mediation. Het hof heeft echter geconcludeerd dat de zaak niet in aanmerking komt voor een ouderschapsonderzoek.

Het hof heeft vastgesteld dat er veel strijd en wantrouwen bestaat tussen de ouders, wat ook blijkt uit eerdere geschillen over de hoofdverblijfplaats van het kind en omgangsregelingen. De moeder wenst met het kind naar Brazilië te reizen, maar de vader vreest dat dit zal leiden tot een permanente verhuizing van het kind naar dat land. Het hof oordeelt dat het verlenen van toestemming voor het paspoort in de huidige situatie schadelijk zou zijn voor het kind, dat al belast is door de conflicten tussen de ouders. Het hof bekrachtigt daarom de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de moeder af.

Uitspraak

Beschikking d.d. 1 december 2011
Zaaknummer 200.079.813
HET GERECHTSHOF ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Beschikking in de zaak van
[appellante],
wonende te [woonplaats],
appellante,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. P.M. de Vries, kantoorhoudende te Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
hierna te noemen: de vader,
advocaat mr. B.J. Ittmann, kantoorhoudende te Zwolle.
Het geding in eerste aanleg
Bij beschikking van 7 oktober 2010 heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Zwolle, het verzoek van de moeder tot het verkrijgen van vervangende toestemming voor de afgifte van een paspoort voor de minderjarige [kind], geboren [in 2002], afgewezen.
Het geding in hoger beroep
Bij beroepschrift, binnengekomen bij de griffie op 5 januari 2011, heeft de moeder verzocht, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de beschikking van 7 oktober 2010 te vernietigen en opnieuw beslissende haar verzoek alsnog toe te wijzen.
Bij verweerschrift, binnengekomen bij de griffie op 14 februari 2011, heeft de vader het verzoek bestreden en verzocht, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de moeder in haar appel niet-ontvankelijk te verklaren, althans het appel af te wijzen als zijnde ongegrond en de bestreden beschikking, eventueel onder verbetering van de gronden, te bekrachtigen, althans een zodanige beslissing te nemen als het hof in goede justitie zal vermenen te behoren, kosten rechtens.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van een brief van 28 januari 2011 met bijlagen, van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de raad) en een brief van 30 mei 2011 met bijlagen, van mr. De Vries.
Ter zitting van 27 juni 2011 is de zaak behandeld. Verschenen zijn de moeder en de vader, bijgestaan door hun advocaten, en mevrouw Jager namens de raad.
De moeder heeft ter zitting van het hof de Engelse taal gebezigd. Op haar verzoek en met haar instemming heeft de behandeling van de zaak zonder bijstand van een beëdigde tolk plaatsgevonden en is hetgeen zij ter zitting heeft verklaard door haar advocaat in het Nederlands vertaald.
Het hof heeft de uitspraak in de onderhavige zaak aangehouden in afwachting van het eindverslag van het AMK in verband met een ontvangen zorgmelding over [kind] en teneinde partijen de gelegenheid te geven om hun geschil op te lossen door middel van een ouderschapsonderzoek dan wel mediation.
Het hof heeft vervolgens kennisgenomen van:
- twee brieven van mr. Ittmann van respectievelijk 11 juli 2011 en 1 augustus 2011, en een brief van mr. De Vries van 2 augustus 2011 waarin om nader uitstel wordt verzocht, welk verzoek het hof heeft gehonoreerd;
- een brief van mr. De Vries van 19 augustus 2011 en een brief, met als bijlage het eindverslag van het AMK, van mr. Ittmann van 23 augustus 2011 in welke brief wordt meegedeeld dat partijen door het AMK zijn verwezen naar De Geheime Tuin en waarin wordt verzocht om bij tussenbeschikking partijen naar een forensisch mediator te verwijzen;
Na de zitting is het hof gebleken dat de onderhavige zaak niet in aanmerking komt voor een ouderschapsonderzoek hetgeen telefonisch aan (de advocaten van) partijen is meegedeeld.
Het hof heeft vervolgens kennisgenomen van een brief van mr. De Vries van
5 september 2011 en twee brieven van mr. Ittmann van respectievelijk 5 september 2011 en 12 september 2011. Uit die brieven is gebleken dat één van partijen niet instemt met verwijzing naar mediation zodat het hof een beschikking zal geven.
De beoordeling
De vaststaande feiten
1. Uit de voorhuwelijkse relatie tussen de ouders is de thans nog minderjarige [kind] geboren. De vader heeft [kind] erkend en de ouders oefenen gezamenlijk het gezag over [kind] uit.
2. De ouders zijn op 27 mei 2002 met elkaar gehuwd welk huwelijk op 8 maart 2007 is ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van 3 januari 2007 in de registers van de burgerlijke stand.
3. Bij beschikking van 30 oktober 2007, bekrachtigd bij beschikking van het gerechtshof te Arnhem van 22 december 2009, is bepaald dat [kind] zijn hoofdverblijf bij zijn vader heeft.
4. Bij verzoekschrift, binnengekomen bij de rechtbank op 8 september 2010, heeft de moeder verzocht om vervangende toestemming voor de afgifte van een (eigen) paspoort voor [kind].
5. Bij de bestreden beschikking is het verzoek van de moeder afgewezen. De moeder is hiertegen in hoger beroep gekomen.
Het oordeel van het hof
6. Bij de beoordeling van een verzoek tot vervangende toestemming ter verkrijging van een paspoort neemt de rechter een zodanige beslissing als hem in het belang van de minderjarige wenselijk voorkomt.
7. Het hof is van oordeel dat het verlenen van vervangende toestemming aan de moeder voor de afgifte van een paspoort voor [kind] niet in zijn belang is. Het hof overweegt daaromtrent het volgende.
8. Uit de stukken en de behandeling ter zitting van het hof is gebleken dat er tussen de ouders veel strijd en wantrouwen bestaat. Er is gestreden over de hoofdverblijfplaats van [kind], de omgang en over het verkrijgen van een Europese identiteitskaart voor [kind]. Thans is de kwestie met betrekking tot het verkrijgen van een paspoort voor [kind] aan de orde. De moeder wil graag met [kind] een bezoek kunnen brengen aan Brazilië, haar geboorteland. Bij de vader leeft echter de overtuiging dat er een reëel risico bestaat dat de moeder, indien zij over een paspoort voor [kind] beschikt, met [kind] naar Brazilië zal gaan en [kind] niet zal laten terugkeren naar Nederland waar zijn hoofdverblijf is. Het hof is van oordeel dat het verlenen van vervangende toestemming aan de moeder ter verkrijging van een paspoort voor [kind], in de huidige situatie zodanig veel druk en stress bij de vader zou veroorzaken dat dit een schadelijke weerslag zou hebben op [kind]. Uit het raadsrapport van 11 september 2009 en uit het eindverslag van het AMK van 21 juli 2011 is bovendien gebleken dat [kind] is belast door de strijd tussen de ouders en dat het thema 'met moeder naar Brazilië gaan' voor [kind] op dit moment al (te) beladen is. Hij heeft nu vooral baat bij rust en duidelijkheid over zijn situatie. Het verlenen van vervangende toestemming aan de moeder ter verkrijging van een paspoort voor hem is daarom thans niet in zijn belang. Het verzoek van de moeder moet daarom worden afgewezen.
9. Het hof overweegt ten overvloede dat het in het belang is van [kind] dat beide ouders zich inzetten om hun onderlinge communicatie te verbeteren en de ouder-kindrelatie tussen de moeder en [kind] te verbeteren, één en ander zoals geadviseerd in het eindverslag van het AMk van 21 juli 2011.
De slotsom
10. Op grond van het voorgaande dient de beschikking waarvan beroep te worden bekrachtigd.
De beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt de beschikking waarvan beroep.
Deze beschikking is gegeven door mrs. B.J.J. Melssen, voorzitter, R. Feunekes en E.M. Kostense, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van
1 december 2011 in bijzijn van de griffier.