ECLI:NL:GHARN:2011:BU6639
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid bezwaar vaststelling verzamelinkomen 2005
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de inspecteur van de Belastingdienst tegen een uitspraak van de rechtbank Arnhem. De rechtbank had op 8 februari 2011 het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de navorderingsaanslag inkomstenbelasting en de beschikking vaststelling verzamelinkomen vernietigd. De inspecteur had een navorderingsaanslag opgelegd aan belanghebbende voor het jaar 2005, waarbij het verzamelinkomen was vastgesteld op € 8.095. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar de inspecteur handhaafde zijn beslissing. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur ten onrechte de navorderingsaanslag had gehandhaafd, omdat het belastbare inkomen uit werk en woning nihil was. De inspecteur ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
Tijdens de zitting op 30 augustus 2011 werd het geschil besproken, waarbij de vraag centraal stond of de bestelauto van belanghebbende als een bestelauto moest worden aangemerkt die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is voor vervoer van goederen. Het hof heropende het onderzoek na de zitting en vroeg de inspecteur om nadere schriftelijke inlichtingen. Uiteindelijk concludeerde het hof dat de inspecteur de navorderingsaanslag had moeten herroepen, omdat er geen belasting verschuldigd was. Het hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank voor zover deze betrekking had op de beschikking vaststelling verzamelinkomen en verklaarde het bezwaar tegen deze beschikking niet-ontvankelijk. De uitspraak van de rechtbank werd voor het overige bevestigd.
De uitspraak van het hof biedt belangrijke inzichten in de toepassing van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de voorwaarden voor het opleggen van navorderingsaanslagen. Het hof benadrukt dat de inspecteur bij het handhaven van de navorderingsaanslag rekening had moeten houden met de eerdere uitspraak van de rechtbank en de feiten van de zaak. De beslissing van het hof kan gevolgen hebben voor andere belastingplichtigen die in vergelijkbare situaties verkeren.