ECLI:NL:GHARN:2011:BU4287
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Y.A.J.M. van Kuijck
- E. van der Herberg
- E.G. Smedema
- R. Poll
- B.C.M. Raes
- Rechtspraak.nl
Verlenging van gedragsbeïnvloedende maatregel niet meer zinvol en zelfs contraproductief
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 31 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Arnhem van 21 juni 2011. De rechtbank had de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de gedragsbeïnvloedende maatregel voor een jeugdige afgewezen. Het hof heeft de stukken van de zaak bestudeerd, waaronder het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg en de akte van beroep van de officier van justitie. Tijdens de zitting op 17 oktober 2011 zijn de betrokkene, zijn raadsvrouw, de advocaat-generaal en een deskundige gehoord. De jeugdreclassering heeft aangegeven dat er sinds mei 2011 geen contact meer is geweest met de betrokkene, omdat er geen begeleidingskader meer aanwezig was en de betrokkene niet openstond voor vrijwillige begeleiding. Ondanks dat de betrokkene hard heeft gewerkt aan zijn ontwikkeling, was er zorg over het gebrek aan contact met het UWV en de voortgang van de nazorg.
Het openbaar ministerie heeft betoogd dat de te late indiening van de appelschriftuur niet tot niet-ontvankelijkheid moet leiden. De raadsvrouw van de betrokkene heeft primair de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie bepleit, maar het hof oordeelde dat de vertraging geen schade heeft berokkend aan de betrokkene. Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank, met de overweging dat, hoewel er redenen waren voor verlenging van de maatregel, het thans niet meer zinvol en zelfs contraproductief was om deze te verlengen, gezien het tijdsverloop en het stilleggen van de contacten door de begeleidende instanties.
De beslissing van het hof was dat het openbaar ministerie ontvankelijk werd verklaard in het beroep en dat de beslissing van de rechtbank Arnhem werd bevestigd met betrekking tot de betrokkene.