ECLI:NL:GHARN:2011:BU3772

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
3 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000294-11
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van overtreding Leerplichtwet 1969 na onvoldoende bewijs

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 3 november 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter Zwolle-Lelystad, waarin de verdachte was veroordeeld voor overtreding van de Leerplichtwet 1969. De verdachte, een jongere die als leerling was ingeschreven op een school, werd verweten niet geregeld de school te bezoeken in de periode van 23 september 2010 tot en met 5 november 2010. Tijdens de zittingen op 29 maart, 24 juni en 20 oktober 2011 heeft het hof de verzuimregistratie van de school als onvoldoende inzichtelijk beoordeeld. Het hof had de leerplichtambtenaar verzocht om een aanvullend proces-verbaal op te maken, maar dit document voldeed niet aan de vereiste exactheid voor een bewezenverklaring. De informatie over het ziekteverzuim van de verdachte was niet voldoende onderbouwd en de bijlagen ontbraken grotendeels. Hierdoor kon het hof niet vaststellen of er sprake was van geoorloofd of ongeoorloofd verzuim.

Het hof heeft geconcludeerd dat het wettig bewijs voor de tenlastelegging niet toereikend was en heeft daarom besloten om de verdachte vrij te spreken. Het vonnis van de kantonrechter werd vernietigd en het hof deed opnieuw recht door te verklaren dat niet bewezen was dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan. De beslissing van het hof is genomen in het belang van de rechtszekerheid en de waarheidsvinding, waarbij het hof het tijdsverloop en de onduidelijkheid rondom de bewijsvoering in overweging heeft genomen.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
nevenzittingsplaats Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000294-11
Uitspraak d.d.: 3 november 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter Zwolle-Lelystad van 7 februari 2011 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1994],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 29 maart 2011, 24 juni 2011 en 20 oktober 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde en veroordeling van verdachte tot een werkstraf van 80 uren subsidiair 40 dagen vervangende jeugddetentie, met een proeftijd van twee jaren. Aan de proeftijd dient de bijzondere voorwaarde te worden verbonden dat verdachte zich houdt aan de voorschriften en aanwijzingen van de jeugdreclassering. Deze kunnen ook inhouden dat verdachte zich laat behandelen door Accare of een andere instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. W.P. Maris, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 23 september 2010 tot en met 05 november 2010 te [plaats 1] en/of [plaats 2], althans in Nederland, als jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt, terwijl hij als leerling aan een school, te weten het [school] was ingeschreven, niet heeft voldaan aan de verplichting om overeenkomstig de bepalingen van de Leerplichtwet 1969, deze school geregeld te bezoeken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Ter terechtzitting van 29 maart 2011 heeft het hof de behandeling van de onderhavige strafzaak voor onbepaalde tijd geschorst. Reden daarvoor was onder meer dat het hof - evenals de advocaat-generaal en de raadsman - de verzuimregistratie van de school onvoldoende inzichtelijk achtte voor een beoordeling van de zaak, zowel waar het de exacte verzuimdata en -periodes betrof als ook met betrekking tot de vraag of er in de visie van de schoolleiding sprake is geweest van geoorloofd dan wel ongeoorloofd verzuim en op grond van welke criteria. Het hof heeft daarom gelast dat de leerplichtambtenaar, [naam], door tussenkomst van de advocaat-generaal, met betrekking tot die vraagpunten een aanvullend proces-verbaal zou opmaken.
Ter terechtzitting van 24 juni 2011 zag het hof zich genoodzaakt de zaak opnieuw aan te houden, omdat door voornoemde leerplichtambtenaar (nog) geen gevolg was gegeven aan vorenstaande last, hetgeen mogelijk was veroorzaakt door een (te) laat verzoek daartoe vanuit het openbaar ministerie.
Het hof beschikt thans over het gevraagde proces-verbaal, opgemaakt op 5 juli 2011. De inhoud daarvan ontbeert echter (opnieuw) de voor een bewezenverklaring vereiste exactheid. Weliswaar wordt het ziekteverzuim van verdachte op grond van de omvang van dat verzuim gekwalificeerd als ongeoorloofd, maar een nadere toelichting daarop ontbreekt, evenals een koppeling aan data en periodes. Voorts stelt het hof vast dat de in het proces-verbaal genoemde bijlagen nagenoeg volledig ontbreken. De wèl bijgevoegde bijlage, een verslag van de stagebegeleider van verdachte, blijkt geen betrekking te hebben op de ten laste gelegde periode.
Met het oog op het inmiddels ontstane tijdsverloop alsmede de vraag of een hernieuwd verzoek wèl de noodzakelijke duidelijkheid zou opleveren, acht het hof het niet wenselijk om de zaak andermaal aan te houden. Nu het hof het wettig bewijs voor het ten laste gelegde niet toereikend acht voor een bewezenverklaring, zal het hof verdachte daarvan vrijspreken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. J.A.A.M. van Veen, voorzitter,
mr. H.J. Deuring en mr. P.J.M. van den Bergh, raadsheren,
in tegenwoordigheid van J.B. Schwerzel, griffier,
en op 3 november 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.