ECLI:NL:GHARN:2011:BU3564
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- E. van der Herberg
- Y.A.J.M. van Kuijck
- C. Caminada
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de gemaximeerde terbeschikkingstelling en wapenbezit in relatie tot de onaantastbaarheid van het lichaam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 24 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 25 augustus 2011, die de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling had afgewezen. De terbeschikkinggestelde had een vuurwapen en munitie in zijn woning voorhanden, wat leidde tot de vraag of dit misdrijf gericht was tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van anderen, zoals bedoeld in artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht. Het hof oordeelde dat de indexdelicten, namelijk het bezit van een vuurwapen en munitie, geen misdrijven zijn die gevaar veroorzaken voor de lichamelijke integriteit van anderen. Dit betekent dat de maatregel van terbeschikkingstelling niet langer dan vier jaar mag duren.
Het hof heeft de argumenten van zowel het openbaar ministerie als de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman in overweging genomen. De advocaat-generaal stelde dat het wapenbezit in combinatie met de geestelijke stoornis van de terbeschikkinggestelde een gevaar voor anderen kon opleveren. De verdediging betoogde echter dat de jurisprudentie van het hof een strikte lijn hanteert ten aanzien van gemaximeerde terbeschikkingstelling en dat de omstandigheden in deze zaak niet voldoende zijn om te spreken van een misdrijf dat de onaantastbaarheid van het lichaam van anderen in gevaar brengt.
Het hof concludeerde dat er geen grond was voor de gevorderde verlenging van de terbeschikkingstelling, aangezien deze al langer dan vier jaar had geduurd en de feiten niet voldeden aan de criteria voor een niet-gemaximeerde terbeschikkingstelling. De beslissing van de rechtbank werd dan ook bevestigd, en de vordering van de officier van justitie werd afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van de wettelijke kaders rondom terbeschikkingstelling en de noodzaak om zorgvuldig te beoordelen of aan de voorwaarden voor verlenging is voldaan.