ECLI:NL:GHARN:2011:BU1550
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Noodweer als verweer bij mishandeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 18 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad, dat op 5 februari 2010 was gewezen. De verdachte, geboren in 1975 en wonende te [woonplaats], was aangeklaagd voor mishandeling. De tenlastelegging betrof een incident op 3 juni 2009, waarbij de verdachte de aangever, [slachtoffer], éénmaal tegen het hoofd zou hebben geslagen, wat letsel en pijn veroorzaakte. De verdachte heeft zich in het hoger beroep beroepen op noodweer, stellende dat hij handelde uit noodzakelijke verdediging tegen een wederrechtelijke aanranding door de aangever, die hem een steekwond had toegebracht onder de knie.
Het hof heeft de zaak behandeld op de terechtzittingen van 18 januari 2011 en 4 oktober 2011. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte tot een werkstraf van 40 uren zou worden veroordeeld, subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis. Na het horen van de argumenten van de raadsman, mr. K. Karakaya, en het onderzoek van de zaak, heeft het hof geoordeeld dat de verdachte in een situatie van noodweer handelde. Het hof concludeerde dat de aangever een wederrechtelijke aanranding heeft gepleegd, waardoor de verdachte zich genoodzaakt voelde om te reageren.
Het hof heeft de artikelen 41 en 300 van het Wetboek van Strafrecht toegepast en heeft geoordeeld dat het bewezenverklaarde niet strafbaar is. De verdachte is dan ook van alle rechtsvervolging ontslagen. Het vonnis waarvan beroep is vernietigd en het hof heeft opnieuw recht gedaan, waarbij het hof de verdachte heeft vrijgesproken van de overige tenlastegelegde feiten. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. K. Lahuis, en is op 18 oktober 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.