ECLI:NL:GHARN:2011:BT8916
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- A.E. Harteveld
- R.W. van Zuijlen
- J.H.M. Zwinkels
- Rechtspraak.nl
Onterecht verleend bevel tot gevangenneming in voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 5 oktober 2011 uitspraak gedaan over het hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Arnhem van 23 september 2011, waarin een bevel tot gevangenneming van de verdachte werd verleend. De verdachte was eerder op 22 september 2011 in vrijheid gesteld, omdat de rechtbank had geoordeeld dat er geen rechtsgeldige titel voor vrijheidsbeneming aanwezig was, aangezien de looptijd van het bevel tot bewaring was geëxpireerd op 6 september 2011.
De Rechter-Commissaris had op 17 december 2010 een bevel tot bewaring verleend, maar deze was op dezelfde dag geschorst. De rechtbank had op 24 augustus 2011 de schorsing opgeheven, maar er was geen tijdige vordering tot gevangenhouding gedaan. Het hof oordeelde dat het bevel tot gevangenneming ten onrechte was verleend, omdat de wet geen ruimte biedt voor het verlenen van een bevel ter reparatie van termijnverzuim bij voorlopige hechtenis.
Het hof benadrukte dat, behoudens nieuwe feiten of omstandigheden, een verdachte niet opnieuw onderworpen mag worden aan voorlopige hechtenis voor hetzelfde feit, nadat eerdere voorlopige hechtenis is opgeheven. De rechtbank had ten onrechte overwogen dat het vertrouwensbeginsel zich niet verzet tegen het bevel van voorlopige hechtenis, en het hof vernietigde de beschikking van de rechtbank en wees de vordering tot gevangenhouding af.
De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 65, 66, 67, 67a en 71 van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft de voorlopige hechtenis met ingang van de uitspraak opgeheven.