ECLI:NL:GHARN:2011:BT8906
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- A.E. Harteveld
- P. van Kesteren
- G.C. Gillissen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing vordering gevangenhouding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 14 september 2011 uitspraak gedaan in het hoger beroep dat was ingesteld door de officier van justitie in het arrondissement Almelo. Het hoger beroep was gericht tegen de beschikking van de rechtbank te Almelo van 7 september 2011, waarin de vordering tot gevangenhouding van de verdachte was afgewezen. Tijdens de zitting in raadkamer heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door mr. S. Schuurman, gehoord. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank en de akte van de griffier van 8 september 2011 in overweging genomen.
Het hof overweegt dat het wettelijk stelsel in beginsel niet verzet zich tegen de hernieuwde toepassing van voorlopige hechtenis, indien er nieuwe feiten en omstandigheden zijn die ernstige bezwaren opleveren. In dit geval heeft het hof vastgesteld dat kort na de beëindiging van de voorlopige hechtenis een medeverdachte een nieuwe, belastende verklaring heeft afgelegd. Het hof heeft geen strijd met de beginselen van behoorlijke procesorde geconstateerd en oordeelt dat de bezwaren tegen de verdachte nog steeds aanwezig zijn.
Op basis van de relevante factoren, waaronder de aard van de nieuwe bezwaren en de voortvarendheid van het openbaar ministerie, heeft het hof besloten om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en de gevangenhouding van de verdachte voor de duur van 32 dagen te bevelen. Dit besluit is genomen met inachtneming van de artikelen 65, 66, 67, 67a en 71 van het Wetboek van Strafvordering.