ECLI:NL:GHARN:2011:BT7080

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
8 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
21-001775-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal met braak en diefstal

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 8 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zutphen. De verdachte is veroordeeld voor diefstal met braak en voor diefstal. De rechtbank had eerder een vonnis uitgesproken, waartegen de verdachte hoger beroep heeft ingesteld. Het hof heeft vastgesteld dat de tenlastelegging correct was, ondanks enkele taal- en schrijffouten, en dat de verdachte niet in zijn verdediging is geschaad. De bewezenverklaring is gebaseerd op wettige bewijsmiddelen, en het hof heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten.

De verdachte is strafbaar bevonden, aangezien er geen omstandigheden zijn die zijn strafbaarheid uitsluiten. De opgelegde straf is in overeenstemming met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. De vordering van de benadeelde partij is niet in behandeling genomen, omdat deze zich in hoger beroep niet opnieuw heeft gevoegd. Het openbaar ministerie heeft de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke geldboete gevorderd, wat door het hof is toegewezen, gezien de nieuwe strafbare feiten die de verdachte heeft gepleegd tijdens de proeftijd.

Het hof heeft de artikelen van het Wetboek van Strafrecht toegepast die van toepassing waren ten tijde van de bewezenverklaring. De beslissing van het hof houdt in dat het vonnis waarvan beroep is vernietigd en dat de verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 weken. De tijd die de verdachte in verzekering heeft doorgebracht, zal in mindering worden gebracht op de opgelegde straf. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Sector strafrecht
Parketnummer: 21-001775-10
Uitspraak d.d.: 8 maart 2011
VERSTEK
Arrest van de economische kamer
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zutphen van 25 november 2009 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 06-801970-06, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode en plaats], [adres]
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 22 februari 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het vonnis op de voet van artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering is aangetekend en daarom niet de in hoger beroep voorgeschreven vermeldingen bevat.
Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 22 december 2008 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning ([adres]) heeft weggenomen een
- spelcomputer (merk Nintendo DS) en/of
- een saxofoon (merk La SAX) en/of
- een hoeveelheid geld (in totaal 150 euro) en/of
- een computer,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [X], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
2.
hij op of omstreeks 24 december 2008 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (gazelle), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Y], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij op 22 december 2008 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning ([adres]) heeft weggenomen een
- spelcomputer (merk Nintendo DS) en
- een saxofoon (merk La SAX) en
- een hoeveelheid geld (in totaal 150 euro) en
- een computer,
toebehorende aan [X], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak.
2.
hij op 24 december 2008 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (gazelle), toebehorende aan [Y].
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:
Diefstal.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van diefstal met braak uit een woning en aan diefstal. Met zijn handelen heeft verdachte financiële schade en overlast veroorzaakt voor de benadeelden.
Verdachte heeft op het door hem ingevulde grievenformulier aangegeven bezwaar te hebben tegen de aan hem opgelegde straf. Gelet echter op de omstandigheid dat uit het Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 3 februari 2011 blijkt dat verdachte in het verleden herhaaldelijk is veroordeeld voor het plegen van soortgelijke strafbare feiten als de onderhavige, kan thans slechts het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan de orde zijn.
Alles afwegende en mede in aanmerking genomen dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is, acht het hof – met de advocaat-generaal en de rechtbank – het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 8 weken passend en geboden.
De vordering van de benadeelde partij [X]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 222,53. De rechtbank heeft over deze vordering geen beslissing genomen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd met voornoemde vordering. Om die reden komt het hof niet toe aan een beoordeling van deze vordering.
Vordering tenuitvoerlegging
Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de Politierechter te Zutphen van 3 juli 2007 opgelegde voorwaardelijke geldboete. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14g, 14h, 14i, 14j, 23, 24, 24c, 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING (bij verstek)
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) weken.
Bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Tenuitvoerlegging
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Zutphen van 3 juli 2007, te weten van:
een geldboete van € 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 (tien) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter,
mr H.W. Koksma en mr J.A.W. Lensing, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr L.J.J.G. Verhaeg, griffier,
en op 8 maart 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.