ECLI:NL:GHARN:2011:BT6904

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
4 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
21-003985-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake aflevering van medicijnen onder de Geneesmiddelenwet

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Zutphen. De verdachte was beschuldigd van het afleveren van medicijnen zonder de benodigde vergunning, wat in strijd is met de Geneesmiddelenwet. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de medicijnen feitelijk ter hand heeft gesteld aan een ander, wat onder de definitie van 'afleveren' valt zoals beschreven in artikel 1 onder 1 sub ii van de Geneesmiddelenwet. Het hof verwierp het verweer van de verdachte dat hij de medicijnen slechts in bewaring had gegeven.

De tenlastelegging omvatte verschillende soorten medicijnen, waaronder Citalopram, Oxazepam en Temazepam, die de verdachte in de periode van 1 januari 2007 tot en met 25 december 2008 zonder vergunning heeft afgeleverd. Het hof oordeelde dat de verdachte strafbaar was, aangezien er geen omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten. De rechtbank vernietigde het eerdere vonnis en verklaarde de verdachte schuldig aan de primair tenlastegelegde feiten.

De strafoplegging bestond uit een geldboete van € 500,00, die bij gebreke van betaling kon worden omgezet in hechtenis. Een deel van de boete werd voorwaardelijk opgelegd, afhankelijk van het gedrag van de verdachte tijdens een proeftijd van twee jaar. Het hof heeft de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Geneesmiddelenwet toegepast, zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde. De uitspraak werd gedaan door een kamer bestaande uit drie rechters, met mr. N.D. Mavus-ten Elshof als griffier.

Uitspraak

Sector strafrecht
Parketnummer: 21-003985-10
Uitspraak d.d.: 4 oktober 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de economische kamer
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Zutphen van 16 april 2010 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([land]) op [geboortedatum],
wonende te [postcode en woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 20 september 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het vonnis op de voet van artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering is aangetekend en daarom niet de in hoger beroep voorgeschreven vermeldingen bevat.
Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Primair
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 25 december 2008 in de gemeente Doetinchem en/of te Baak, gemeente Bronckhorst, in ieder geval in Nederland, zonder vergunning van Onze Minister UR-geneesmiddelen en/of UA-geneesmiddelen, in ieder geval andere geneesmiddelen dan geneesmiddelen voor onderzoek, te weten
- 480 tabletten (strips) Citalopram en/of
- 480 tabletten (strips) Propanol en/of
- 510 tabletten (strips) Oxazepam en/of
- 120 tabletten (strips) Temazepam (10 mg) en/of
- 250 tabletten (strips) Temazepam (20 mg) en/of
- 120 tabletten (strips) Meloxicam Samdos en/of
- 410 tabletten (strips) Seroqaul 25 en/of
- 120 tabletten (strips) Seroqaul 300 en/of
- 380 tabletten (strips) Seroqaul 100 en/of
- 5 tabletten (strips) Polaramine
heeft afgeleverd, als bedoeld in artikel 1 onder 1 sub ii van de Geneesmiddelenwet;
Subsidiair
hij tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2008 tot en met
25 december 2008 te Baak, gemeente Bronckhorst, in ieder geval in Nederland, al dan niet opzettelijk, zich van afvalstoffen te weten
- 480 tabletten (strips) Citalopram en/of
- 480 tabletten (strips) Propanol en/of
- 510 tabletten (strips) Oxazepam en/of
- 600 tabletten (strips) Amitrityline en/of
- 120 tabletten (strips) Temazepam (10 mg) en/of
- 250 tabletten (strips) Temazepam (20 mg) en/of
- 20 tabletten (strips) Aresal Loperamide oxide en/of
- 120 tabletten (strips) Meloxicam Samdos en/of
- 410 tabletten (strips) Seroqaul 25 en/of
- 120 tabletten (strips) Seroqaul 300 en/of
- 380 tabletten (strips) Seroqaul 100 en/of
- 5 tabletten (strips) Polaramine en/of
- een grote hoeveelheid losse tabletten
heeft ontdaan door deze -al dan niet in verpakking- buiten een inrichting te storten of anderszins op of in de bodem te brengen.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Primair
hij in de periode van 1 januari 2007 tot en met 25 december 2008 in de gemeente Doetinchem zonder vergunning van Onze Minister UR-geneesmiddelen en/of UA-geneesmiddelen, te weten
- 480 tabletten Citalopram en
- 480 tabletten Propanol en
- 510 tabletten Oxazepam en
- 120 tabletten Temazepam (10 mg) en
- 250 tabletten Temazepam (20 mg) en
- 120 tabletten Meloxicam Samdos en
- 410 tabletten Seroqaul 25 en
- 120 tabletten Seroqaul 300 en
- 380 tabletten Seroqaul 100 en
- 5 tabletten Polaramine
heeft afgeleverd, als bedoeld in artikel 1 onder 1 sub ii van de Geneesmiddelenwet.
Het hof verwerpt het verweer van verdachte dat hij de medicijnen slechts in bewaring heeft gegeven en derhalve niet heeft afgeleverd. Ook het in bewaring geven van medicijnen valt onder afleveren als bedoeld in artikel 1 onder 1 sub ii van de Geneesmiddelenwet valt, nu verdachte hiermee de medicijnen feitelijk ter hand heeft gesteld aan een ander.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het primair bewezen verklaarde levert op:
Overtreding van een bij artikel 18, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet gesteld voorschrift.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte en zijn draagkracht, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24, 24a, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten en artikel 18 van de Geneesmiddelenwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van € 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 (tien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat een gedeelte van de geldboete, groot € 250,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 5 (vijf) dagen hechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de geldboete mag worden voldaan in 5 (vijf) termijnen van 1 maand, elke termijn groot € 50,00 (vijftig euro).
Aldus gewezen door
mr B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter,
mr J.A.W. Lensing en mr L.E.M. Hendriks, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr N.D. Mavus-ten Elshof, griffier,
en op 4 oktober 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr L.E.M. Hendriks is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.