ECLI:NL:GHARN:2011:BT6713

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
8 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
21-002711-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake overtreding van de Telecommunicatiewet met betrekking tot radiozendapparatuur

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Almelo, waarbij de verdachte is beschuldigd van het opzettelijk aanleggen en gebruiken van een radiozendapparaat zonder de vereiste vergunning op grond van de Telecommunicatiewet. De tenlastelegging betreft een incident dat plaatsvond op 9 juli 2009 in de gemeente Haaksbergen. De verdachte heeft samen met anderen, althans alleen, een of meer radiozendapparaten aangelegd en gebruikt, terwijl hiervoor geen vergunning was verleend. Het hof heeft de zaak onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan. De bewezenverklaring steunt op wettige bewijsmiddelen die de overtuiging van het hof hebben gevormd.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk één radiozendapparaat heeft aangelegd en gebruikt, en heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is, aangezien er geen omstandigheden zijn gebleken die zijn strafbaarheid uitsluiten. De strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezenverklaarde feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft rekening gehouden met het feit dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.

De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 1.200,-, subsidiair 22 dagen hechtenis. Daarnaast heeft het hof de in beslag genomen voorwerpen, waaronder een zelfbouw FM radiozender en andere apparatuur, verbeurd verklaard. Het hof heeft de teruggave van een mobiele kraanwagen gelast aan de maatschap waartoe deze behoort, aangezien aannemelijk is geworden dat deze kraanwagen niet toebehoort aan de verdachte. De uitspraak is gedaan op 8 maart 2011.

Uitspraak

Sector strafrecht
Parketnummer: 21-002711-10
Uitspraak d.d.: 8 maart 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de economische kamer
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Almelo van 10 juni 2010 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode en woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 22 februari 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr R.F. Speijdel, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere beslissing komt ten aanzien van het beslag.
Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 9 juli 2009 in de gemeente Haaksbergen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk, één of meer radiozendappara(a)t(en), heeft aangelegd, geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig heeft gehad en/of heeft gebruikt, terwijl voor het gebruik ervan aan de houder van dat/die radiozendappara(a)t(en) op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet geen vergunning voor het gebruik van frequentieruimte was verleend.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 9 juli 2009 in de gemeente Haaksbergen opzettelijk één radiozendapparaat heeft aangelegd, aangelegd aanwezig heeft gehad en heeft gebruikt, terwijl voor het gebruik ervan aan de houder van dat radiozendapparaat op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet geen vergunning voor het gebruik van frequentieruimte was verleend.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
Overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 10.9 van de Telecommunicatiewet, opzettelijk begaan.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte en zijn draagkracht, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zonder dat hem een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte was verleend, opzettelijk een radiozendapparaat aangelegd, aangelegd aanwezig gehad en gebruikt. Verdachte heeft daarmee de Telecommunicatiewet geschonden.
De richtlijn voor strafvordering Telecommunicatiewet kent als uitgangspunt voor een feit als het onderhavige een straf van 50 basispunten, hetgeen neerkomt op een geldboete van
€ 1.450,-. Het hof zal hiervan in beginsel uitgaan.
Ten voordele van de verdachte heeft het hof bij de strafoplegging rekening gehouden met de omstandigheid dat verdachte blijkens het Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 3 februari 2011, niet eerder is veroordeeld ter zake van het plegen van strafbare feiten.
Gelet op voorgaande is het hof – met de advocaat-generaal – van oordeel dat kan worden volstaan met het opleggen van een geldboete van € 1.200,-, subsidiair 22 dagen hechtenis.
De in beslag genomen voorwerpen
Het tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met behulp van de hierna te noemen inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen. Zij behoren de veroordeelde toe. Zij zullen daarom worden verbeurd verklaard.
Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van veroordeelde.
Voor wat betreft de inbeslaggenomen mobiele kraanwagen geldt het volgende. Deze kraan is onder verdachte in beslag genomen. Tijdens de terechtzitting in hoger beroep heeft verdachte verklaard dat deze kraan aan maatschap [naam maatschap] toebehoort en dat deze kraan ook per 1 januari 2011 door de maatschap is verzekerd. Uit het dossier volgt voorts onder meerdat de kraan door [naam] is verzekerd. Het hof acht aannemelijk dat de inbeslaggenomen mobiele kraanwagen toebehoort aan maatschap [naam maatschap]. Van omstandigheden als bedoeld in art. 33a, tweede lid, Wetboek van Strafrecht is niet gebleken. Om die reden zal de teruggave worden gelast van deze kraanwagen aan de rechthebbende daarvan, voornoemde maatschap.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c, 33 en 33a van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op economische delicten en artikel 10.9 van de Telecommunicatiewet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 1.200,00 (duizend tweehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis.
De in beslag genomen voorwerpen
Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1 zelfbouw FM radio zender, 2 RF vermogensversterkers en 6 FM antennes.
Gelast de teruggave aan maatschap [naam maatschap] van het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: 1 mobiele kraanwagen.
Aldus gewezen door
mr J.A.W. Lensing, voorzitter,
mr B.P.J.A.M. van der Pol en mr H.W. Koksma, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr L.J.J.G. Verhaeg, griffier,
en op 8 maart 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.