ECLI:NL:GHARN:2011:BT1708
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vaststelling WOZ-waarde van onroerende zaak en hoger beroep tegen uitspraak rechtbank
In deze zaak gaat het om de vaststelling van de WOZ-waarde van een onroerende zaak, gelegen aan a-straat 1 te Q, voor het kalenderjaar 2010. De waarde is vastgesteld op € 257.000 per waardepeildatum 1 januari 2009. De belanghebbende, eigenaresse van de onroerende zaak, heeft bezwaar gemaakt tegen deze vaststelling en de daaropvolgende aanslag in de onroerendezaakbelastingen. De Ambtenaar heeft de waarde gehandhaafd, waarna de belanghebbende in beroep ging bij de Rechtbank. De Rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna de belanghebbende hoger beroep instelde bij het Gerechtshof Arnhem.
Tijdens de zitting op 23 augustus 2011 zijn de gemachtigden van de belanghebbende en de Ambtenaar gehoord. De belanghebbende betwistte de vastgestelde waarde en concludeerde tot een verlaging naar € 225.000, terwijl de Ambtenaar de waarde bevestigde. Het Hof oordeelde dat de Ambtenaar niet voldoende bewijs had geleverd voor de vastgestelde waarde van € 257.000, maar dat de belanghebbende ook niet kon aantonen dat haar bepleite waarde van € 225.000 juist was. Het Hof concludeerde dat de door de belanghebbende in 2007 betaalde V.O.N.-prijs van € 245.000 het beste aanknopingspunt was voor de waardebepaling.
Het Hof oordeelde verder dat het beroep van de belanghebbende op het gelijkheidsbeginsel niet slaagde, omdat er geen bewijs was dat de Ambtenaar andere woningen in de verbouwde villa te laag had gewaardeerd. Uiteindelijk bevestigde het Hof de uitspraak van de Rechtbank, waardoor de vastgestelde WOZ-waarde van € 257.000 in stand bleef. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 6 september 2011.