ECLI:NL:GHARN:2011:BR5364
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- G.M. Meijer-Campfens
- K. Lahuis
- J. Hielkema
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs voor poging tot inbraak in vereniging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 16 augustus 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor een poging tot inbraak in vereniging, gepleegd op 14 augustus 2010. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het hoger beroep dat door de verdachte was ingesteld. De verdachte werd beschuldigd van het helpen van medeverdachten bij een poging tot inbraak in een woning in de gemeente [gemeente]. De tenlastelegging omvatte het wegnemen van goederen en/of geld met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, waarbij de verdachte met zijn auto de medeverdachten naar de locatie van de inbraak had vervoerd.
Tijdens de zitting heeft het hof vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren aan de hem ten laste gelegde feiten. Het hof heeft de verklaringen van de verdachte en de medeverdachten in overweging genomen, evenals het ontbreken van bewijs voor opzet op het gronddelict. De verdachte had verklaard dat hij niet op de hoogte was van de plannen van zijn vrienden en dat hij hen alleen had vervoerd omdat één van hen iets moest ophalen. Het hof concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte op het moment van de rit op de hoogte was van de criminele intenties van zijn medeverdachten.
Daarnaast werd er twijfel geuit over de bewijskracht van het schoenprofiel dat aan de verdachte was gekoppeld, omdat het technisch onderzoek niet was afgerond en er geen bewijs was dat het profiel daadwerkelijk bij de woning was aangetroffen. Het hof heeft de taal- en schrijffouten in de tenlastelegging verbeterd, maar dit heeft de verdediging van de verdachte niet geschaad. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.