ECLI:NL:GHARN:2011:BR5105
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Y.A.J.M. van Kuijck
- E. van der Herberg
- C. Caminada
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verlenging van de terbeschikkingstelling van een man veroordeeld voor eenvoudige diefstal
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van het openbaar ministerie tegen de afwijzing van de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een man die in 1989 werd veroordeeld tot TBS met verpleging van overheidswege voor eenvoudige diefstal. De rechtbank Amsterdam had op 22 juni 2011 de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de TBS afgewezen, omdat de maatregel alleen voor de bewezenverklaarde diefstal kon worden opgelegd, en dit feit niet kon worden gekwalificeerd als een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. Het hof bevestigt de beslissing van de rechtbank en oordeelt dat de terbeschikkingstelling gemaximeerd is door het indexdelict, diefstal, en dat de vordering tot verlenging moet worden afgewezen.
De terbeschikkinggestelde, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], verblijft in [kliniek]. Het hof heeft de relevante stukken in overweging genomen, waaronder het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg, de beslissing waarvan beroep, en de akte van beroep van het openbaar ministerie. De rechtbank had in 1989 de terbeschikkingstelling opgelegd ter zake van meerdere feiten, waaronder mishandeling en diefstal, maar de terbeschikkingstelling was uitsluitend gebaseerd op de diefstal, die een vierjaars-delict is. De rechtbank had in 1993 de terbeschikkingstelling verlengd, maar het hof oordeelt dat deze verlenging niet had mogen plaatsvinden, omdat het indexdelict onvoldoende grondslag bood voor een verlenging van de maatregel.
Het hof concludeert dat de terbeschikkingstelling in 1989 overeenkomstig de wettelijke voorschriften kon worden opgelegd, maar dat de verlenging in 1993 niet rechtmatig was. De vordering van de officier van justitie om de TBS opnieuw te verlengen wordt afgewezen, en de beslissing van de rechtbank Amsterdam wordt bevestigd, met aanvulling van gronden. Het hof benadrukt dat de wettelijke vereisten voor verlenging van de TBS niet zijn voldaan, en dat de terbeschikkingstelling reeds in 1993 niet verlengd had kunnen worden.