ECLI:NL:GHARN:2011:BR1719

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
15 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000125-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belediging en bedreiging van verbalisanten met wederspannigheid in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 15 juli 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte is beschuldigd van belediging en bedreiging van politieambtenaren, alsook wederspannigheid. De feiten vonden plaats op 4 juni 2008, toen de verdachte in de gemeente [gemeente] opzettelijk beledigende woorden richtte aan verbalisanten van de Regiopolitie IJsselland, waaronder de woorden 'stelletje SS-ers' en 'vuile Nazi's'. Daarnaast bedreigde hij hen met zware mishandeling en verzet zich met geweld tegen zijn aanhouding. Het hof oordeelde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de verklaringen van de verbalisanten en dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van EUR 1.000,00, subsidiair 20 dagen hechtenis. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard. Het hof hield rekening met de ernst van de feiten en het eerdere strafblad van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten. De uitspraak benadrukt het belang van respect voor politieambtenaren en de noodzaak dat zij hun werk zonder belemmeringen kunnen uitvoeren.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
nevenzittingsplaats Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000125-09
Uitspraak d.d.: 15 juli 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 6 januari 2009 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1940],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 20 juli 2010 en 1 juli 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een geldboete van EUR 1000,00, subsidiair 20 dagen hechtenis. De advocaat-generaal heeft voorts gevorderd dat het hof de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] zal toewijzen tot een bedrag van EUR 200,00 met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. J.J.D. van Doleweerd, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Door verdachte is onbeperkt appel ingesteld, terwijl tegen het onder 4 tenlastegelegde geen hoger beroep voor verdachte openstaat op grond van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank heeft verdachte immers vrijgesproken van vorenbedoeld feit. Derhalve kan verdachte in zoverre niet in het hoger beroep worden ontvangen.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep voorzover aan het oordeel van het hof onderworpen vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is - voorzover aan het oordeel van het hof onderworpen - tenlastegelegd dat:
feit 1:
hij op of omstreeks 04 juni 2008 in de gemeente [gemeente] opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [benadeelde] en/of [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2], allen hoofdagent bij de Regiopolitie IJsselland, District Noord en/of [verbalisant 3], aspirant bij de Regiopolitie IJsselland, District Noord, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, hen in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "stelletje SS-ers" en/of "vuile Nazi's", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking en/of (vervolgens) heeft hij, verdachte, meermalen in de richting van (het/de gezicht(en) van) voornoemde verbalisant(en) gespuugd;
feit 2:
hij op of omstreeks 04 juni 2008 in de gemeente [gemeente][benadeelde] en/of [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2], allen hoofdagent bij de Regiopolitie IJsselland, District Noord en/of [verbalisant 3], aspirant bij de Regiopolitie IJsselland, District Noord heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde verbalisant(en) dreigend de woorden toegevoegd: "Ik pak jullie wel, ik ga niet mee al wordt het mijn dood of die van jullie" en/of " Ik zal mij verzetten, ik prik jullie ogen uit, al wordt het mijn dood" en/of "Als de deur open gaat dan kom je aan de beurt, ik zal mij verzetten, al wordt het mijn dood" en/of "Als jullie binnenkomen is deze voor jullie", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking waarbij hij, verdachte, met beide handen een tegel boven zijn hoofd heeft (vast)gehouden;
feit 3:
hij op of omstreeks 04 juni 2008 in de gemeente [gemeente], toen (een) aldaar in uniform geklede dienstdoende politieambtena(a)r(en) verdachte, als verdacht van het gepleegd hebben van één of meer op heterdaad ontdekt(e) strafba(a)r(e) feit(en) had(den) aangehouden en had(den) vastgegrepen, althans vast had(den) teneinde verdachte, ter geleiding voor een hulpofficier van justitie, over te brengen naar een politiebureau, zich met geweld tegen die eerstgenoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun/zijn bediening, heeft verzet door te rukken en te trekken in een richting tegengesteld aan die, waarin die ambtena(a)r(en) verdachte trachtte(n) te geleiden.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Het hof heeft de onderhavige zaak tegen verdachte gelijktijdig - doch niet gevoegd - behandeld met de zaken met parketnummers 24-001479-09, 24-003022-07 en 24-002173-09. Al deze zaken hebben - volgens de tenlasteleggingen - betrekking op een periode van ongeveer 2,5 jaar, die werd afgesloten met het laatste feit in mei 2009. Het betreft een afgebakende en relatief korte periode, terwijl deze thans 71-jarige verdachte geen noemenswaardig strafblad heeft. In al deze zaken is sprake van situaties waarin verdachte in conflict is geraakt met een groot aantal mensen in uiteenlopende omstandigheden en van meerdere disciplines. Uit het dossier, waaronder een verkorte psychiatrische rapportage, en de verklaring van verdachte ter terechtzitting van het hof is duidelijk geworden dat verdachte in deze periode overwerkt was en snel gefrustreerd raakte. Aldus kon hij geprikkeld reageren in verschillende situaties. Het hof behandelt ook de onderhavige zaak tegen deze achtergrond.
Het hof zal de verklaring die verdachte tegenover de politie heeft afgelegd niet tot het bewijs bezigen en laat het door de raadsman van verdachte gevoerde Salduz-verweer daarom verder onbesproken.
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen. Het hof acht hierbij van belang dat de verklaringen van de verbalisanten [benadeelde], [verbalisant 1] en [verbalisant 2] in het proces-verbaal van aanhouding op hoofdlijnen overeenkomen met hetgeen hulpofficier van justitie [hulp-ovj] en verbalisant [verbalisant 3] in hun processen-verbaal van bevindingen hebben vastgelegd en ook (deels) overeenstemmen met de verklaring van verdachte zelf ter terechtzitting van het hof.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
feit 1:
hij op 04 juni 2008 in de gemeente [gemeente] opzettelijk beledigend ambtenaren, te weten [benadeelde] en [verbalisant 1] en [verbalisant 2], allen hoofdagent bij de Regiopolitie IJsselland, District Noord en [verbalisant 3], aspirant bij de Regiopolitie IJsselland, District Noord, gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, hen in dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "stelletje SS-ers" en/of "vuile Nazi's", en vervolgens heeft hij, verdachte, meermalen in de richting van de gezichten van voornoemde verbalisanten gespuugd;
feit 2:
hij op 04 juni 2008 in de gemeente [gemeente][benadeelde] en [verbalisant 1] en [verbalisant 2], allen hoofdagent bij de Regiopolitie IJsselland, District Noord en [verbalisant 3], aspirant bij de Regiopolitie IJsselland, District Noord heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde verbalisanten dreigend de woorden toegevoegd: "Ik zal mij verzetten, ik prik jullie ogen uit" en "Als jullie binnenkomen is deze voor jullie", waarbij hij, verdachte, met beide handen een tegel boven zijn hoofd heeft vastgehouden;
feit 3:
hij op 04 juni 2008 in de gemeente [gemeente], toen aldaar dienstdoende politieambtenaren verdachte, als verdacht van het gepleegd hebben van een strafbaar feit hadden aangehouden en hadden vastgegrepen, teneinde verdachte, ter geleiding voor een hulpofficier van justitie, over te brengen naar een politiebureau, zich met geweld tegen die opsporingsambtenaren, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, heeft verzet door te rukken en te trekken in een richting tegengesteld aan die, waarin die ambtenaren verdachte trachtten te geleiden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd.
het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
wederspannigheid.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Op 4 juni 2008 heeft verdachte een viertal verbalisanten beledigd en bedreigd. Bovendien heeft hij zich schuldig gemaakt aan wederspannigheid. Politieambtenaren verdienen, gezien de rol die zij in de samenleving vervullen, respect en moeten hun werk kunnen uitoefenen zonder dat zij hier op een dergelijke manier in worden belemmerd. Verdachte heeft met zijn handelen blijk gegeven van een gebrek aan respect en heeft de verbalisanten in hun eer en goede naam aangetast. Dit gedrag is onacceptabel en strafwaardig.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend Uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 20 mei 2011, waaruit blijkt dat verdachte reeds eerder is veroordeeld ter zake van soortgelijke strafbare feiten.
Alles overwegende acht het hof de oplegging van een geldboete gelijk aan die welke de advocaat-generaal heeft gevorderd, passend en geboden.
Het hof ziet gelet op de ernst van het feit geen aanleiding voor toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, zoals door de raadsman verzocht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 400,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Gelet op de inhoud van de vordering heeft de benadeelde partij beoogd de vordering te laten gelden voor het onder 4 ten laste gelegde feit, een bedreiging met een hooivork. Nu verdachte door de rechtbank is vrijgesproken van het onder 4 ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt en dit feit om die reden in hoger beroep niet meer aan de orde is, kan de benadeelde partij in haar vordering niet worden ontvangen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c, 57, 63, 180, 266, 267 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen het onder 4 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van EUR 1.000,00 (duizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 20 (twintig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr. H.J. Deuring, voorzitter,
mr. D.J. Keur en mr. J. Dolfing, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. W. Landstra, griffier,
en op 15 juli 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.