ECLI:NL:GHARN:2011:BR0471

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
4 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001345-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van ontdoen van afvalstoffen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 juli 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte werd verweten zich op of omstreeks 18 maart 2009 ontdaan te hebben van een koelkast door deze te storten of in de bodem te brengen. De tenlastelegging was gebaseerd op artikel 10.23 van de Wet milieubeheer juncto artikel 25 van de Afvalstoffenverordening van de gemeente Lelystad.

Tijdens de zitting op 20 juni 2011 heeft de verdachte verklaard dat zij zich zes weken voor de ten laste gelegde datum al van de koelkast had ontdaan door deze in haar tuin te plaatsen. Het hof heeft deze verklaring als aannemelijk beoordeeld en kwam tot de conclusie dat er niet wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte zich op of omstreeks 18 maart 2009 van de koelkast had ontdaan. Hierdoor kon de verdachte niet worden veroordeeld voor het ten laste gelegde feit.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan door de verdachte vrij te spreken van de beschuldiging. De advocaat-generaal had eerder gevorderd om het vonnis te vernietigen en de verdachte te veroordelen tot een geldboete, maar het hof heeft deze vordering afgewezen. De beslissing van het hof is genomen in tegenwoordigheid van de griffier, mr. I.N. Koers, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
nevenzittingplaats Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-001345-10
Uitspraak d.d.: 4 juli 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de economische kamer
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 18 mei 2010 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1969],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 20 juni 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot vernietiging van het vonnis, bewezenverklaring van het ten laste gelegde en veroordeling ter zake hiervan tot een geldboete van 150 euro, waarvan 75 euro voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - tenlastegelegd dat:
zij op of omstreeks 18 maart 2009 in de gemeente [gemeente], al dan niet opzettelijk, zich van afvalstoffen heeft ontdaan door deze - al dan niet in verpakking - buiten een inrichting te storten en/of anderszins op of in de bodem te brengen, immers heeft zij een koelkast in de voortuin van het perceel [adres] gestort en/of op en/of in de bodem gebracht.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Verdachte wordt - kort gezegd - verweten zich van een koelkast te hebben ontdaan door deze op of omstreeks 18 maart 2009 te hebben gestort dan wel op of in de bodem te hebben gebracht.
Op grond van de verklaring van verdachte ter zitting van het hof is aannemelijk geworden dat verdachte zich zes weken vóór de ten laste gelegde datum al van de koelkast heeft ontdaan door deze in de tuin bij haar woning te zetten. Het hof acht daarmee niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op of omstreeks 18 maart 2009 van de koelkast heeft ontdaan. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. J.J. Beswerda, voorzitter,
mr. A. Dijkstra en mr. E. de Witt, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers, griffier,
en op 4 juli 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.