ECLI:NL:GHARN:2011:BR0120
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- A.E. Harteveld
- R.W. van Zuijlen
- J.H.M. Zwinkels
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf wegens administratieve vergissing
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 juli 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf. De vordering was ingediend door de advocaat-generaal op 28 april 2011, naar aanleiding van de vermeende overtreding van een bijzondere voorwaarde die aan de veroordeelde was opgelegd. De veroordeelde was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde dat hij zich gedurende de proeftijd diende te stellen onder toezicht van de reclassering en zich diende te gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen van deze instelling.
Echter, in het extractarrest was abusievelijk een verplichting tot opname in Hoeve Boschoord ter behandeling opgenomen, terwijl deze voorwaarde niet in het originele arrest was vermeld. Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde niet had meegewerkt aan de opname in Hoeve Boschoord, maar dat deze verplichting niet als voorwaarde was opgenomen in het originele arrest. Hierdoor was er geen sprake van overtreding van de bijzondere voorwaarde, zoals deze oorspronkelijk was vastgesteld.
Het hof heeft de vordering tot tenuitvoerlegging afgewezen, omdat de administratieve vergissing in het extractarrest niet ten koste mocht gaan van de rechten van de veroordeelde. De beslissing is genomen na het horen van de advocaat-generaal en de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.D. Onland. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de formulering van voorwaarden in strafzaken en de noodzaak om administratieve fouten te corrigeren om onterecht ingrijpen in de rechten van de veroordeelde te voorkomen.