ECLI:NL:GHARN:2011:BQ9904

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
29 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001497-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van winkeldiefstal met voorwaardelijke gevangenisstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 29 juni 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad, dat op 2 juni 2010 was gewezen. De verdachte, geboren in 1988 en woonachtig in [woonplaats], was beschuldigd van het medeplegen van winkeldiefstal. De tenlastelegging betrof het wegnemen van twaalf verpakkingen met tapas-worst en/of chorizo-worst uit een winkel in de gemeente [gemeente] op 5 februari 2010. De verdachte en een medeverdachte werden betrapt bij de kassa, waar zij de gestolen goederen in een rok hadden verstopt. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof oordeelde dat het bewezenverklaarde feit, diefstal door twee of meer verenigde personen, wettig en overtuigend bewezen was. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, waarvan één week voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Het hof hield rekening met de jeugdige leeftijd van de verdachte en haar justitiële verleden, maar vond de opgelegde straf passend gezien de ernst van het feit. De beslissing van het hof is genomen na het onderzoek op de terechtzitting van 15 juni 2011 en de eerdere zitting in eerste aanleg.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
nevenzittingsplaats Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-001497-10
Uitspraak d.d.: 29 juni 2011
VERSTEK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 2 juni 2010 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1988],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 15 juni 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 weken. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
zij op of omstreeks 5 februari 2010 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twaalf verpakkingen met tapas-worst en/of chorizo-worst, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf], gevestigd [adres], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s).
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij op 5 februari 2010 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twaalf verpakkingen met tapas-worst en chorizo-worst, toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf], gevestigd [adres].
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezenverklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte en medeverdachte hebben een winkeldiefstal gepleegd met behulp van een rok waarin de gestolen goederen verstopt werden. Bij de kassa zijn ze aangehouden.
Het spreekt voor zich dat dergelijke feiten hinder en schade veroorzaken bij de middenstand.
Het hof heeft kennisgenomen van het de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie van 15 april 2011 waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld ter zake van strafbare feiten, waaronder diefstal. Dit heeft verdachte er echter niet van weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen.
Gelet op de ernst van het feit acht het hof een gevangenisstraf zoals opgelegd door de politierechter passend en geboden. Het hof is echter van oordeel dat de geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf zoals aan medeverdachte in de zaak met parketnummer 24-001496-10 die gelijktijdig met deze zaak is behandeld, opgelegd, mede grondslag vindt in het justitieel verleden van die medeverdachte dat aanzienlijk omvangrijker is dan dat van verdachte. Het hof zal derhalve, en gezien de nog betrekkelijk jeugdige leeftijd van verdachte, een deel van de op te leggen gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm opleggen, teneinde haar ervan te weerhouden opnieuw de fout in te gaan.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) weken.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 1 (één) week, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. J. Hielkema, voorzitter,
mr. S. Zwerwer en mr. J.P. van Stempvoort, raadsheren,
in tegenwoordigheid van R. Jansen, griffier,
en op 29 juni 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. S. Zwerwer en mr. J.P. van Stempvoort zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.