1.1 -Bij beschikking van de sector kanton van de rechtbank Zwolle-Lelystad (hierna: de kantonrechter) d.d. 31 mei 2010 is de tussen partijen bestaande arbeidsover-eenkomst ingaande 1 juni 2010 ontbonden, onder toekenning aan [appellant] van een vergoeding van € 45.000,-- bruto.
-Bij faxbericht van 31 mei 2010 heeft de advocaat van [appellant] aan KMM meegedeeld dat de vergoeding rechtstreeks naar een stamrecht B.V. dan wel, in afwachting van de oprichting van een stamrecht B.V., op een kwaliteitsrekening van een nader te noemen notaris dient te worden overgemaakt.
-Op 2 juni 2010 is het netto-equivalent van de vergoeding op de rekening van [appellant] bijgeschreven. [appellant] heeft dat bedrag op 3 juni 2010 teruggestort naar KMM.
-Bij brief van 22 juni 2010 heeft de advocaat van [appellant] aan KMM bericht dat de vergoeding zonder inhouding van loonheffingen en premies op een nader aan te geven rekening van een notaris dan wel een stamrecht B.V. dient te worden overgemaakt. Bij brief van 12 juli 2010 heeft de gemachtigde van KMM geantwoord dat KMM daaraan wil meewerken, maar dat KMM wel garanties wenst te ontvangen van [appellant] dat zij niet alsnog wordt aangesproken voor loonbelasting en premies.
-Op 27 juli 2010 heeft [appellant] per e-mail een getekende stamrechtovereenkomst naar KMM gestuurd. KMM heeft daarop bij brief van 28 juli 2010 meegedeeld dat de stukken niet voldoende zijn. Als bijlage bij die brief heeft KMM een concept-vrijwaringsverklaring gevoegd. Zij laat weten dat het bedrag terstond bruto zal worden overgemaakt als de vrijwaringsverklaring getekend wordt teruggestuurd.
-[appellant] heeft de vrijwaringsverklaring niet geretourneerd.
-[appellant] heeft op 29 juli 2010 ten laste van KMM executoriaal derdenbeslag doen leggen onder de ING.
-Op 22 september 2010 heeft [appellant] een op 17 september 2010 gedateerde brief van de Belastingdienst aan KMM gezonden, in welke brief de eisen voor een stamrechtvrijstelling staan weergegeven.
-Op 6 en 11 oktober 2010 heeft [appellant] executoriaal beslag gelegd onder KMM en op 8 oktober 2010 (wederom) derdenbeslag onder de ING. Op 8 november 2010 heeft de deurwaarder een openbare verkoop op 17 november 2010 aangezegd.
-Bij brief van 28 maart 2011 heeft de Belastingdienst aan de accountant van [appellant] bericht dat KMM kan overgaan tot storting van eerdergenoemd bedrag van € 45.000,-- zonder inhouding van loonheffingen en voorts dat aan KMM geen naheffingsaanslag loonbelasting/premies volksverzekeringen, werknemers-verzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet zal worden opgelegd.
-KMM heeft op 29 april 2011 het bedrag van € 45.000,-- bruto op de rekening van [B.V. A] gestort.
-De door [appellant] gelegde beslagen zijn opgeheven.