ECLI:NL:GHARN:2011:BQ9481

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
24 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001563-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot oplichting van verzekeringsmaatschappijen door in scene zetten van aanrijding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 24 juni 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, samen met een medeverdachte, heeft geprobeerd een verzekeringsmaatschappij op te lichten door te doen voorkomen dat er een aanrijding tussen hun voertuigen had plaatsgevonden. De verdachte heeft in de periode van 7 juni 2007 tot en met 16 augustus 2007, in de gemeente [gemeente], een valse aanrijding in scène gezet met als doel om zich wederrechtelijk te bevoordelen. Dit gebeurde door het invullen en indienen van een aanrijdingsformulier bij de verzekeringsmaatschappijen [bedrijf 1] en [bedrijf 2]. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte op slinkse wijze hebben geprobeerd om schadevergoeding te verkrijgen voor een niet plaatsgevonden aanrijding. De advocaat-generaal vorderde een geldboete van € 2000,-, subsidiair 40 dagen vervangende hechtenis. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan medeplegen van poging tot oplichting en heeft de geldboete opgelegd, waarbij het hof ook rekening heeft gehouden met het feit dat de verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit was veroordeeld. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van € 2000,-, bij gebreke van betaling te vervangen door 40 dagen hechtenis.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
nevenzittingsplaats Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-001563-10
Uitspraak d.d.: 24 juni 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 14 juni 2010 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1982],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 10 juni 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een geldboete van € 2000,-, subsidiair 40 dagen vervangende hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. P.T. Huisman, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 07 juni 2007 tot en met 16 augustus 2007 in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, verzekeringsmaatschappij [bedrijf 1] en/of verzekeringsmaatschappij [bedrijf 2] te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen:
- (als bestuurders van een motorrijtuig) een aanrijding in scene heeft/hebben gezet, althans heeft/hebben doen voorkomen dat een aanrijding had plaatsgevonden, althans een aanrijding heeft/hebben gehad, op de rotonde [rotonde]
- en/of (daarbij) heeft/hebben doen voorkomen dat door die aanrijding (materiële) schade is ontstaan aan de motorrijtuig(en) en/of
- (vervolgens) een aanrijdingsformulier heeft/hebben ingevuld en/of ondertekend en/of voorzien van (een) handtekening(en) en/of
- dat aanrijdingsformulier heeft/hebben doen toekomen aan, in elk geval heeft/hebben ingediend bij, [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] teneinde die [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] te bewegen tot vergoeding van (materiële) schade,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 7 juni 2007 tot en met 16 augustus 2007 in de gemeente [gemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, verzekeringsmaatschappij [bedrijf 1] en/of verzekeringsmaatschappij [bedrijf 2] te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met zijn mededader:
- heeft/hebben doen voorkomen dat een aanrijding had plaatsgevonden op de rotonde [rotonde]
- en heeft/hebben doen voorkomen dat door die aanrijding (materiële) schade is ontstaan aan hun motorrijtuigen en
- (vervolgens) een aanrijdingsformulier heeft/hebben ingevuld en ondertekend en
- dat aanrijdingsformulier heeft/hebben doen toekomen aan [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] teneinde die [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] te bewegen tot vergoeding van (materiële) schade,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van poging tot oplichting.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte en zijn draagkracht, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft met zijn medeverdachte [medeverdachte] gepoogd de verzekeringsmaatschappijen [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] op te lichten door te doen voorkomen dat er een aanrijding tussen hun auto's was geweest en dat de schade aan beide voertuigen het gevolg was van die aanrijding. Verdachte heeft op slinkse en geraffineerde wijze, met het oog op te behalen financieel voordeel, misbruik gemaakt van het vertrouwen dat verzekeringsmaatschappijen in hun cliënten moeten kunnen stellen.
Het hof heeft voorts acht geslagen op een verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 13 mei 2011 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor een soortgelijk strafbaar feit is veroordeeld.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat de door de politierechter in eerste aanleg opgelegde, en door de advocaat-generaal gevorderde geldboete een passende straf is.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c, 45, 47 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van EUR 2.000,00 (tweeduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 40 (veertig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg, voorzitter,
mr. H. Heins en mr. J.F. Aalders, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H. de Ruijter, griffier,
en op 24 juni 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken,
zijnde mr. Aalders voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.