ECLI:NL:GHARN:2011:BQ8668
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- H. Abbink
- M. Barels
- R.W. van Zuijlen
- Rechtspraak.nl
Tussenarrest in de Puttense zaak met verzoek om nader onderzoek naar SVO 205
In deze zaak, bekend als de Puttense zaak, heeft het Gerechtshof Arnhem op 21 juni 2011 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zutphen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 9 oktober 2009. Het hof heeft de zaak behandeld na meerdere terechtzittingen, waarbij de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte, mr. R.D.A. van Boom, hun standpunten hebben toegelicht. De raadsman heeft op de zitting van 24 mei 2011 verschillende verzoeken ingediend, waaronder een verzoek tot nader onderzoek naar de op het slachtoffer aangetroffen haren, aangeduid als SVO 205. Er was onduidelijkheid over de vindplaats van deze haren, die in het dossier op verschillende manieren zijn omschreven. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd dat nader onderzoek niet noodzakelijk is, maar het hof heeft besloten dat het NFI (Nederlands Forensisch Instituut) moet onderzoeken of de haren afkomstig zijn van het slachtoffer of de verdachte. Het hof gelastte de advocaat-generaal om het NFI opdracht te geven om vóór de volgende zitting op 12 oktober 2011 schriftelijk te rapporteren over de bevindingen. Het hof heeft ook besloten dat het onderzoek in deze zaak langer dan één maand, maar korter dan drie maanden wordt geschorst. De verdachte zal worden opgeroepen voor de zitting op 22 juli 2011, waar verdere beslissingen over de overige verzoeken zullen worden genomen. Het hof benadrukt de noodzaak van duidelijkheid over de herkomst van de haren, gezien de verschillende aanduidingen die in het dossier zijn gebruikt.