ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7292
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Waardestijging van een woning door renovatiewerkzaamheden en ongerechtvaardigde verrijking
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 31 mei 2011, ging het om een geschil tussen [appellant] en [geïntimeerde] over de waardestijging van een woning na renovatiewerkzaamheden. [appellant] stelde dat de werkzaamheden, die in 2004 waren uitgevoerd, hadden geleid tot een aanzienlijke waardestijging van de woning, en vorderde een schadevergoeding op basis van ongerechtvaardigde verrijking. De rechtbank had eerder in deze zaak een vonnis gewezen, maar [appellant] ging in hoger beroep.
Het hof oordeelde dat de deskundige, die was benoemd om de waardestijging te beoordelen, had vastgesteld dat de renovatiewerkzaamheden de waarde van de woning met ongeveer 85% van de totale verbouwingskosten hadden verhoogd. Dit werd onderbouwd door de deskundige, die aangaf dat de uitgevoerde werkzaamheden essentieel waren voor de woning en dat zonder deze werkzaamheden de woning onbewoonbaar zou zijn geweest. [geïntimeerde] betwistte de hoogte van de waardestijging en stelde dat deze slechts 40% van de kosten zou bedragen, maar het hof verwierp deze stelling.
Het hof concludeerde dat [geïntimeerde] ongerechtvaardigd was verrijkt door de waardestijging van de woning, die het gevolg was van de door [appellant] gefinancierde renovatiewerkzaamheden. Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de rechtbank en kende [appellant] een schadevergoeding toe van € 30.004,--, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 10 februari 2005. Tevens werd [geïntimeerde] veroordeeld in de proceskosten van beide instanties, met uitzondering van de kosten van het deskundigenbericht in eerste aanleg, die voor rekening van [appellant] bleven. De beslissing van het hof werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.