Gerechtshof Arnhem
nevenzittingsplaats Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000102-11
Uitspraak d.d.: 7 juni 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 18 maart 2009 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1970],
wonende te [woonplaats], [adres].
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 24 mei 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken, met aftrek. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman,
mr. R.C. Fransen, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het vonnis op de voet van artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering is aangetekend en daarom niet de in hoger beroep voorgeschreven vermeldingen bevat.
Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 16 januari 2009 te [plaats], gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 10 verpakkingen met eau de toilette/parfum (van het merk Coco Chanel), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s).
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 16 januari 2009 te [plaats], gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 10 verpakkingen met eau de toilette/parfum (van het merk Coco Chanel), toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf].
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezenverklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft op 16 januari 2009 samen met zijn mededaders uit een winkel tien verpakkingen eau de toilette/parfums gestolen. Door het plegen van dit feit hebben verdachte en zijn mededaders inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van een ander.
Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 2 mei 2011 blijkt, dat verdachte vóór 16 januari 2009 tweemaal eerder ter zake van het plegen van soortgelijke diefstallen onherroepelijk tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen is veroordeeld. Deze straffen hebben verdachte er niet van weerhouden het hiervoor bewezen verklaarde feit te begaan.
Op grond van het vorenstaande en mede in aanmerking nemende de landelijk gehanteerde oriëntatiepunten voor straftoemeting, is het hof van oordeel dat niet (meer) kan worden volstaan met het opleggen van een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van gelijke duur als door de politierechter is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door mr. Meijer-Campfens, voorzitter, mr. Koolschijn en
mr. Slijper-Kuijper, raadsheren, in tegenwoordigheid van Boersma, griffier,
en op 7 juni 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. Slijper-Kuijper is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.