ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7256
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schorsing van het recht op omgang tussen vader en kind in het kader van een complexe echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 19 mei 2011 een beschikking gegeven in hoger beroep betreffende de omgangsregeling tussen de vader en zijn minderjarige kind. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. drs. H.M.A.W. Erven, heeft een wijzigingsverzoek ingediend, waarin zij verzoekt om de zorg- en contactregeling voor de duur van een jaar op te schorten. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Flantua, heeft bezwaar gemaakt tegen deze wijziging. Het hof heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is en dat dit negatieve gevolgen heeft voor het kind. De vader heeft aangegeven dat hij zijn kind sinds januari 2011 niet meer heeft gezien, en er zijn zorgen over de ontwikkeling van het kind, dat in een negatieve spiraal zit en last heeft van een loyaliteitsconflict.
Het hof heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat de huidige omgangsregeling schadelijk is voor het kind en dat forensische mediation niet geschikt is in deze situatie. De vader is geadviseerd om hulp te zoeken om zijn frustraties en boosheid te verwerken, zodat de relatie met zijn kind in de toekomst kan verbeteren. Het hof heeft uiteindelijk besloten om het recht van de vader op omgang met het kind voor de duur van een jaar te schorsen, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. Dit besluit is genomen in het belang van het kind, dat momenteel behoefte heeft aan rust en stabiliteit.
De beschikking is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is gebaseerd op de rapportages van de Raad voor de Kinderbescherming en de betrokken gezinsvoogd van Bureau Jeugdzorg Flevoland. Het hof heeft de zorgen van alle betrokken partijen, inclusief de moeder, de vader, de Raad en BJZ, in overweging genomen bij het nemen van deze beslissing.