Gerechtshof Arnhem
nevenzittingsplaats Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-001677-09
Uitspraak d.d.: 31 mei 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 1 juli 2009 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 07-603383-08 en 07-602376-09, tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1963],
wonende te [woonplaats], [adres].
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 17 mei 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een werkstraf voor de duur van tachtig uren, subsidiair veertig dagen hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. R. ter Haar, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 07-603383-08:
hij op of omstreeks 13 november 2008 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één (Tom Tom) navigatiesysteem, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf 1] (filiaal [straat]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen navigatie systeem onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak/verbreking.
Zaak met parketnummer 07-602376-09 (gevoegd):
hij op of omstreeks 22 april 2009 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één verpakking insteek bijzetslot en/of één verpakking cylinderprofiel gelijksluitend en/of één verpakking wisselgarnituur (deurgrepen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2] (filiaal [straat]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het in de zaak met parketnummer 07-603383-08 en in de zaak met parketnummer 07-602376-09 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 07-603383-08:
hij op 13 november 2008 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één (Tom Tom) navigatiesysteem, toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf 1] (filiaal [straat]), waarbij verdachte dat weg te nemen navigatie systeem onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Zaak met parketnummer 07-602376-09 (gevoegd):
hij op 22 april 2009 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één verpakking insteek bijzetslot en één verpakking cylinderprofiel gelijksluitend en één verpakking wisselgarnituur (deurgrepen), toebehorende aan [bedrijf 2] (filiaal [straat]).
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het in de zaak met parketnummer 07-603383-08 bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
het in de zaak met parketnummer 07-602376-09 bewezenverklaarde levert op:
diefstal.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal en diefstal met verbreking. Dergelijke diefstallen zijn hinderlijke feiten die schade en overlast voor de gedupeerden teweegbrengen.
Het hof heeft acht geslagen op een verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 23 maart 2011. Daaruit volgt dat verdachte vele malen is veroordeeld wegens - onder meer - soortgelijke strafbare feiten.
Het hof heeft voorts acht geslagen op een tweetal door verdachte overgelegde brieven van Stichting De Hoop. Deze brieven sluiten aan bij hetgeen door en namens verdachte ter terechtzitting naar voren is gebracht omtrent zijn huidige persoonlijke omstandigheden. Deze omstandigheden houden in dat verdachte, na een jarenlange verslaving en de daarmee samenhangende problematiek, thans is opgenomen in een ongeveer twaalf maanden durend programma waarin hij eerst met succes gedetoxificeerd is en waarin hij thans onder begeleiding werkt aan een verslavingsvrije reïntegratie in de maatschappij. De indruk die het hof ter terechtzitting van verdachte heeft gekregen, bevestigt het in genoemde brieven gemelde gunstige verloop van die huidige behandeling.
Het hof is, gelet op het voorgaande in onderlinge samenhang bezien, van oordeel dat oplegging van na te melden voorwaardelijke straf passend en geboden is. Door oplegging van de straf in deze vorm wordt de huidige behandeling niet doorkruist. Wanneer verdachte de behandeling niet zou afronden, of wanneer hij anderszins strafrechtelijk in de fout zou gaan, zou dat alsnog oplegging van de straf tot gevolg kunnen hebben.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 07-603383-08 en in de zaak met parketnummer 07-602376-09 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 07-603383-08 en in de zaak met parketnummer 07-602376-09 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en de verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich zal stellen onder toezicht van de Stichting Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling, waarbij verdachte zijn huidige klinische behandeling bij Stichting De Hoop zal voortzetten en afronden. Draagt genoemde instelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. H.J. Deuring, voorzitter,
mr. J. Dolfing en mr. T.H. Bosma, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A. Meester, griffier,
en op 31 mei 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.