ECLI:NL:GHARN:2011:BQ5855
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vordering uit hoofde van schuldbekentenis zonder goedschrift, vrije bewijskracht
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad, uitgesproken op 3 november 2009. De rechtbank had geoordeeld dat [geïntimeerde] recht had op betaling van een bedrag van € 4.795,31 op basis van een door [appellant] ondertekende schuldbekentenis. De zaak draait om de vraag of deze schuldbekentenis dwingende bewijskracht heeft, ondanks het ontbreken van een goedschrift en het feit dat deze niet handgeschreven is. De appellant, die in het verleden een eenmansbedrijf had, betwistte de verplichting tot betaling en voerde aan dat hij de schuldbekentenis enkel had ondertekend om [geïntimeerde] te ontlasten.
Het hof heeft de feiten zoals vastgesteld door de kantonrechter bevestigd en geoordeeld dat [geïntimeerde] voldoende bewijs heeft geleverd dat [appellant] de verplichting had om het gevorderde bedrag te betalen. Het hof oordeelde dat de schuldbekentenis, in combinatie met de omstandigheden van de zaak, voldoende bewijs bood voor de vordering van [geïntimeerde]. De grieven van [appellant] werden verworpen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter. Tevens werd [appellant] veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die door het hof werden begroot op € 263,-- aan verschotten en € 948,-- aan geliquideerd salaris voor de advocaat.