ECLI:NL:GHARN:2011:BQ5041
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- B.J.J. Melssen
- R.A. Zuidema
- J.P. Evenhuis
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verzoeken tot herstel van een arrest in het kader van de schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 3 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 200.077.992. De appellant, aangeduid als [de man], heeft via zijn advocaat, mr. A.A. Hardoar, een verzoek ingediend tot herstel van een eerder arrest. De bewindvoerder, mevrouw J. Baan, heeft in een faxbericht van 1 februari 2011 aan het hof aangegeven dat er naar haar mening een fout in het arrest is geslopen en heeft verzocht om een gewijzigd arrest. Het hof heeft de argumenten van de bewindvoerder beoordeeld aan de hand van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat de rechter toestaat om kennelijke fouten in zijn vonnissen te corrigeren.
Het hof overweegt dat de bewindvoerder aanvoert dat de beslissing in het dictum van het arrest onjuist is, omdat de toepassing van de schuldsaneringsregeling van rechtswege zou zijn beëindigd zodra de slotuitdelingslijst verbindend is geworden, terwijl er in dit geval geen actief is. Het hof verwijst naar artikel 356 van de Faillissementswet, dat bepaalt dat de bewindvoerder een slotuitdelingslijst moet opmaken zodra de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, ongeacht of er activa zijn of niet. Het hof concludeert dat er geen sprake is van een kennelijke fout in het eerdere arrest, omdat de bewindvoerder ook in het geval van geen activa verplicht is om een slotuitdelingslijst op te stellen.
Uiteindelijk weigert het hof het verzoek van de bewindvoerder om het arrest te verbeteren, omdat het hof van oordeel is dat de eerdere beslissing correct was en er geen sprake is van een vergissing die voor herstel in aanmerking komt. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.