ECLI:NL:GHARN:2011:BQ3695
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor mishandeling met werkstraf en voorwaardelijke straf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 3 mei 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1989, was eerder vrijgesproken van mishandeling, maar de officier van justitie heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte alsnog veroordeeld tot een werkstraf van 30 uren, waarvan 15 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De mishandeling vond plaats op 5 mei 2009, waarbij de verdachte de aangever, [slachtoffer], tegen het gezicht heeft gestompt, wat resulteerde in letsel en pijn voor het slachtoffer.
Het hof oordeelde dat de verklaringen van de aangever en getuigen voldoende bewijs boden voor de bewezenverklaring van de mishandeling, in tegenstelling tot de eerdere vrijspraak door de politierechter. De verdachte werd als strafbaar beschouwd, zonder dat er strafuitsluitingsgronden aanwezig waren. Bij de strafoplegging hield het hof rekening met een eerder uittreksel uit het justitieel documentatieregister, waaruit bleek dat de verdachte eerder was veroordeeld voor een geweldsdelict. Dit leidde tot de beslissing om een zwaardere strafmodaliteit toe te passen. De werkstraf werd opgelegd als een maatregel om te voorkomen dat de verdachte opnieuw in de fout zou gaan.
Het hof heeft de verdachte ook vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten die niet bewezen konden worden. De uitspraak benadrukt de ernst van geweldsdelicten en de noodzaak van een passende straf, waarbij de bescherming van de samenleving en de integriteit van slachtoffers voorop staan.