ECLI:NL:GHARN:2011:BQ3325
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- O. Anjewierden
- J.J. Beswerda
- G.M. Meijer-Campfens
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens onthouden van verzorging aan honden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 28 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte werd verweten haar twee honden op twee momenten, te weten 2 juli 2008 en 31 juli 2008, de nodige verzorging te hebben onthouden. De tenlastelegging was gebaseerd op artikel 37 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, waarin staat dat de houder van dieren verplicht is om de nodige zorg te bieden. Het hof heeft vastgesteld dat het ambtsedig proces-verbaal enkel een beschrijving bevatte van de situatie waarin de honden op twee momenten zijn aangetroffen, maar dat deze beschrijvingen niet voldoende bewijs boden voor de beschuldiging. De verbalisanten hadden geconstateerd dat de honden er wat betreft voeding en vacht goed uitzagen, wat in strijd was met de beschuldigingen van het onthouden van zorg. De verdachte heeft ter zitting verklaard dat zij haar honden wel degelijk verzorgde. Het hof oordeelde dat de constateringen van de verbalisanten niet voldoende waren om te bewijzen dat de verdachte haar honden de nodige verzorging had onthouden. Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.