ECLI:NL:GHARN:2011:BQ3244
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Veroordeling wegens winkeldiefstal met gevangenisstraf en overschrijding redelijke termijn
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 26 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1983 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor winkeldiefstal. De politierechter had hem een straf opgelegd, waartegen de verdachte tijdig in hoger beroep ging. Tijdens de zitting in hoger beroep verklaarde de raadsvrouw van de verdachte dat zij gemachtigd was om hem te verdedigen. De advocaat-generaal vorderde een gevangenisstraf van twee weken, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte bewezen dat de verdachte op 18 december 2007 samen met anderen een mobiele telefoon had gestolen uit een winkel. De verdachte had de rol van afleider gespeeld, terwijl zijn mededaders de diefstal uitvoerden. Het hof oordeelde dat de verdachte niet alleen schuldig was aan diefstal, maar ook dat hij geen spijt had getoond voor zijn daden. De opgelegde straf werd als passend en geboden beschouwd.
Daarnaast constateerde het hof dat er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn in de appelfase, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Ondanks deze overschrijding, gezien de korte strafmaat van twee weken, volstond het hof met de vaststelling van deze inbreuk. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, met inachtneming van de tijd die hij al in voorlopige hechtenis had doorgebracht.