ECLI:NL:GHARN:2011:BQ3217

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
26 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000911-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor winkeldiefstal met tenuitvoerlegging van voorwaardelijke straf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 26 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1972, werd beschuldigd van winkeldiefstal, gepleegd op 22 januari 2009, waarbij zij minneola's heeft weggenomen uit een winkel. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken en had een last tot tenuitvoerlegging gegeven van een voorwaardelijke gevangenisstraf van 47 dagen, opgelegd bij vonnis van 10 januari 2007. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte verklaard dat hij gemachtigd was om de verdachte te verdedigen. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een gevangenisstraf van vier weken en de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte bewezen dat de verdachte de diefstal had gepleegd en kwalificeerde dit als diefstal.

Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte reeds eerder onherroepelijk was veroordeeld voor diefstallen en dat zij sindsdien meermalen met justitie in aanraking was geweest. Het hof heeft uiteindelijk besloten om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van vier weken en heeft de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf gelast.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000911-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-602063-09 en 04-850782-06 (tul)
Arrest van 26 april 2011 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 27 maart 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1972] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte mr. H. Polat, advocaat te Lelystad.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en heeft op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake het haar primair ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken en tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf van de politierechter Roermond d.d. 10 januari 2007, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 47 dagen.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
zij op of omstreeks 22 januari 2009 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen vier, in ieder geval één of meer, stuks minneola's en/of sinaasappels en/of mandarijnen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 22 januari 2009 in de gemeente [gemeente] opzettelijk vier, in ieder geval één of meer, stuks minneola's en/of sinaasappels en/of mandarijnen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en welk(e) goed(eren) verdachte uit de winkelvoorraad van voornoemde rechthebbende(n) had genomen onder gehoudenheid om, alvorens die winkel te verlaten voornoemd(e) goed(eren) te betalen, in elk geval ter betaling aan te bieden, en aldus dat/die goed(eren) anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
primair:
zij op 22 januari 2009 in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen minneola's, toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf].
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
primair:
diefstal.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 22 januari 2009 een aantal minneola's gestolen. Door het plegen van dit feit heeft zij inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van een ander.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 22 februari 2011. Hieruit blijkt dat verdachte reeds vele malen onherroepelijk is veroordeeld ter zake van diefstallen tot vrijheidsstraffen. Sinds het plegen van het bewezen verklaarde feit is verdachte meermalen met justitie in aanraking geweest wegens vermogensdelicten.
Het hof is van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden is.
Tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de politierechter te Roermond d.d. 10 januari 2007 (parketnummer 04-850782-06), is veroordeelde veroordeeld tot 47 dagen gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De proeftijd is ingegaan op 25 januari 2007. De officier van justitie heeft op 24 februari 2009 gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde gevangenisstraf, omdat veroordeelde zich voor het einde van voormelde proeftijd heeft schuldig gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Nu gebleken is dat veroordeelde het hiervoor bewezen verklaarde feit heeft begaan vóór het einde van de proeftijd, zal het hof op grond van het vorenstaande tenuitvoerlegging van voormelde gevangenisstraf gelasten.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14g, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van vier weken;
gelast de tenuitvoerlegging van de aan veroordeelde bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Roermond van 10 januari 2007 voorwaardelijk opgelegde straf, te weten:
gevangenisstraf voor de duur van zevenenveertig dagen.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. P.W.J. Sekeris, voorzitter, mr. J. Hielkema en mr. E. de Witt, in tegenwoordigheid van mr. D.J. de Vos als griffier.