ECLI:NL:GHARN:2011:BQ2587
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J.A.A.M. van Veen
- P. Koolschijn
- J. Hielkema
- Rechtspraak.nl
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepkwekerij na hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 21 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit een hennepkwekerij. De veroordeelde, geboren in 1978, had een hennepkwekerij ingericht en werd eerder door de politierechter veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 7.300,- aan de Staat ter ontneming van het voordeel. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep dat het hof het wederrechtelijk verkregen voordeel zou vaststellen op € 7.300,-. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en het ontnemingsbedrag vastgesteld op € 7.333,20. Dit bedrag is gebaseerd op een rapport van de politie waarin het aantal oogsten werd geschat op vier, ondanks het verweer van de raadsvrouw van de veroordeelde die stelde dat er slechts twee oogsten waren geweest. Het hof oordeelde dat de onderbouwing van de politie overtuigend was en dat de omstandigheden die door de raadsvrouw werden aangevoerd niet tot een ander oordeel nopen. Het hof heeft de veroordeelde de verplichting opgelegd om het vastgestelde bedrag aan de Staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren.