ECLI:NL:GHARN:2011:BQ2578

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
21 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
TBS P11/0017
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Y.A.J.M. van Kuijck
  • J.M.J. Denie
  • T.M.L. Wolters
  • W. van Kordelaar
  • B.C.M. Raes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de vordering tot verlenging van de TBS-maatregel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 21 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een betrokkene, geboren in Sierra Leone in 1984, die verblijft in FPC Veldzicht te Balkbrug. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd bij vonnis van de rechtbank Almelo op 25 oktober 2005, ter zake van mishandeling, meermalen gepleegd. De betrokkene was veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden en terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. De terbeschikkingstelling ging in op 27 november 2005 en was verlengd bij beslissing van de rechtbank Almelo op 20 november 2008.

Het hof heeft de vordering tot verlenging van de TBS-maatregel afgewezen. Het hof oordeelde dat, gelet op artikel 37a lid 1 sub 1° van het Wetboek van Strafrecht, de maatregel van terbeschikkingstelling niet opgelegd had mogen worden voor het misdrijf van mishandeling, omdat dit misdrijf niet voldoet aan de vereiste van een gevangenisstraf van vier jaar of meer. Het hof benadrukte dat de formulering van de wet bepalend is en dat de samenloopregeling van artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht hier niet van toepassing is.

Het hof merkte op dat het er vanuit gaat dat de kliniek de betrokkene overbruggende zorg zal bieden en dat de overheid bij de afweging van eventuele vreemdelingenbewaring rekening zal houden met de psychische gesteldheid van de betrokkene. De beslissing van de rechtbank Almelo van 30 december 2010, die de verlenging van de TBS-maatregel met twee jaar had goedgekeurd, werd door het hof vernietigd. Het hof wees de vordering van de officier van justitie af, waarmee het hof tot een andere beslissing kwam dan de rechtbank.

Uitspraak

TBS P11/0017
Beslissing d.d. 21 april 2011
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
Betrokkene
geboren in Sierra Leone in 1984,
verblijvende in FPC Veldzicht te Balkbrug.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Almelo van 30 december 2010, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Overwegingen:
Het oordeel van het hof
Het hof zal de beslissing van de rechtbank dienen te vernietigen daar het tot een andere beslissing komt.
Voor een goed begrip in deze zaak acht het hof het van belang dat de belangrijkste ontwikkelingen betreffende de terbeschikkingstelling van betrokkene worden weergegeven:
- Bij vonnis van de rechtbank Almelo van 25 oktober 2005 is betrokkene veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden en terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege, ter zake van: mishandeling, meermalen gepleegd;
- De terbeschikkingstelling is ingegaan op 27 november 2005;
- De terbeschikkingstelling is -behoudens de beslissing waarvan beroep- verlengd bij beslissing van de rechtbank Almelo van 20 november 2008.
De maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is bij vonnis van 25 oktober 2005 opgelegd terzake van de misdrijven, te weten: mishandeling, meermalen gepleegd. Dit vonnis is onherroepelijk en is dus niet aan het oordeel van het hof onderworpen.
Echter ongeacht het gesloten stelsel van strafrechtelijke rechtsmiddelen vloeit uit het systeem van de wet voort dat verlenging van een terbeschikkingstelling, die niet opgelegd had mogen worden, ontoelaatbaar is. Gelet op de formulering van artikel 37a lid 1 sub 1° van het Wetboek van Strafrecht, waarin sprake is van “een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld” kan ter zake van mishandeling niet de maatregel van terbeschikkingstelling worden opgelegd. Dat, zoals in het onderhavige geval, sprake is van “mishandeling, meermalen gepleegd” maakt dit niet anders, nu naar de hiervoor aangehaalde bewoordingen van artikel 37a lid 1 sub 1° van genoemd wetboek het wettelijk strafmaximum van de afzonderlijke delicten bepalend is en de samenloopregeling van artikel 57 van genoemd wetboek hier buiten toepassing dient te worden gelaten.
Gelet op het bovenstaande is het hof van oordeel dat de vordering tot verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege afgewezen dient te worden.
Het hof merkt ten overvloede op dat het er vanuit gaat dat de kliniek betrokkene overbruggende zorg zal bieden en hem niet “zomaar” op straat zal zetten en dat de overheid bij afweging of en wanneer betrokkene, zoals door de advocaat-generaal is aangegeven, in vreemdelingenbewaring zal worden genomen, zich rekenschap zal geven van de psychische gesteldheid van betrokkene.
Beslissing
Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank Almelo van 30 december 2010 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde.
Wijst af de vordering van de officier van justitie.
Aldus gedaan door
mr Y.A.J.M. van Kuijck als voorzitter, mr J.M.J. Denie en mr T.M.L. Wolters als raadsheren, en dr. W. van Kordelaar en prof. dr. B.C.M. Raes, als raden,
in tegenwoordigheid van M.C.L. Roelofs als griffier,
en op 21 april 2011 in het openbaar uitgesproken.