ECLI:NL:GHARN:2011:BQ1641

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
15 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002462-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens voorhanden hebben van vuurwapen en vernieling van eigendommen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 15 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte is veroordeeld voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie, alsook voor het opzettelijk vernielen van twee autobanden en een ruit. De feiten vonden plaats in 2008 en 2009, waarbij de verdachte op 28 juni 2008 autobanden van een auto van slachtoffer 1 vernielde en op 31 mei 2009 een ruit van de woning van zijn ex-vrouw, slachtoffer 2, beschadigde. De verdachte had ook een pistool, merk Walther P38, en scherpe 9 mm patronen in zijn bezit. De rechtbank had eerder een straf opgelegd, maar de verdachte ging in hoger beroep. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is niet ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep voor de vrijspraak van bepaalde tenlasteleggingen. Het hof achtte de verdachte strafbaar en heeft een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden opgelegd, waarbij de tijd in voorarrest in mindering wordt gebracht. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met het recidiverende gedrag van de verdachte en de ernst van de feiten.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002462-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-440017-09 en 07-440145-09
Arrest van 15 april 2011 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 17 september 2009 in de oorspronkelijk onder de parketnummers 07-440017-09 en 07-440145-09 afzonderlijk aangebrachte, maar ter terechtzitting in eerste aanleg gevoegde strafzaken, hierna te noemen respectievelijk zaak A en zaak B, tegen:
[verdachte],
geboren op [1965] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. I. Petkovski, advocaat te Deventer.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis, in de gevoegde zaken, wegens misdrijven veroordeeld tot een straf en heeft beslist op een vordering van een benadeelde partij, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake het in zaak A onder 1 en 3 ten laste gelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake het hem ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met aftrek van het voorarrest.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
In zaak A
2.
hij op of omstreeks 28 juni 2008 in de gemeente [gemeente] opzettelijk en wederrechtelijk twee autobanden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
In zaak B
1.
hij op of omstreeks 31 mei 2009 in de gemeente [gemeente] opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
2.
hij op of omstreeks 31 mei 2009 in de gemeente [gemeente] een wapen van categorie III, te weten een pistool, merk Walther P38 en/of munitie van categorie III, te weten scherpe 9 mm patronen, voorhanden heeft gehad.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
In zaak A
2.
hij op 28 juni 2008 in de gemeente [gemeente] opzettelijk en wederrechtelijk twee autobanden, toebehorende aan [slachtoffer 1] heeft vernield;
In zaak B
1.
hij op 31 mei 2009 in de gemeente [gemeente] opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, toebehorende aan [slachtoffer 2] heeft vernield;
2.
hij op 31 mei 2009 in de gemeente [gemeente] een wapen van categorie III, te weten een pistool, merk Walther P38 en munitie van categorie III, te weten scherpe 9 mm patronen, voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld in zaak A onder 2 en in zaak B onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
Zaak A:
Onder 2: Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
Zaak B:
Onder 1: Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
Onder 2: Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit wordt begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 31 mei 2009 een steen door een ruit van de woning van zijn
ex-vrouw, [slachtoffer 2], gegooid. Daarnaast heeft verdachte op 28 juni 2008 de banden van de auto van [slachtoffer 1] vernield. Dit heeft hij gedaan door de banden van de auto lek te steken. Door aldus te handelen heeft verdachte inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 1].
Daarnaast heeft de verdachte een pistool, een verboden wapen voorzien van munitie, voorhanden gehad. Dit wapen heeft verdachte verborgen in de afzuigkap in de woning van zijn zus. Het ongecontroleerde bezit van wapens en munitie kan in zijn algemeenheid een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich meebrengen en een gevoel van onveiligheid in de maatschappij veroorzaken. Door te handelen als hij heeft gedaan heeft de verdachte daaraan bijgedragen.
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende de verdachte van 31 januari 2011 blijkt dat de verdachte reeds meerdere malen is veroordeeld ter zake van strafbare feiten, waaronder gewelds- en agressiedelicten.
Voorts heeft het hof rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het voorlichtingsrapport van 24 maart 2009, opgemaakt door de reclassering, en zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Het hof is op grond van het bovenstaande van oordeel dat uit een oogpunt van normhandhaving en ter vergelding van de door de verdachte begane strafbare feiten, mede gezien het recidiverende gedrag van verdachte, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden noodzakelijk en geboden is. Deze straf heeft verdachte reeds in voorarrest ondergaan.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 57 en 350 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
verklaart verdachte niet ontvankelijk in zijn hoger beroep, voor zover dit is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het hem in zaak A onder 1 en 3 ten laste gelegde;
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde in zaak A onder 2 en in zaak B onder 1 en 2 bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als hiervoor vermeld in zaak A onder 2 en in zaak B onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G.M. Meijer-Campfens, voorzitter, mr. O. Anjewierden en mr. J.A.A.M. van Veen, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte als griffier.