ECLI:NL:GHARN:2011:BQ1019
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- G.M. Meijer-Campfens
- J.A.A.M. van Veen
- H.K. Elzinga
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte voor het besturen van een brommobiel ondanks ontzegging van rijbevoegdheid
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 12 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was eerder veroordeeld voor het besturen van een brommobiel op 2 juli 2009, terwijl hem de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen was ontzegd. De ontzegging was opgelegd bij arrest van 27 maart 2000 en betekend op 26 maart 2002. De verdachte stelde dat hij in de veronderstelling verkeerde dat de ontzegging was afgelopen op het moment van zijn aanhouding. Tijdens de zittingen in hoger beroep op 15 oktober 2010 en 29 maart 2011 is het hof tot de conclusie gekomen dat niet overtuigend kon worden vastgesteld dat de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten weten dat hij de brommobiel niet mocht besturen. De advocaat-generaal had gevorderd tot een gevangenisstraf van een maand, maar het hof oordeelde dat de bewijsvoering tekortschiet. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige bewijsvoering in strafzaken, vooral wanneer het gaat om de kennis en wetenschap van de verdachte met betrekking tot zijn rijbevoegdheid.