ECLI:NL:GHARN:2011:BQ1018
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van openlijke geweldpleging
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem op 12 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor openlijke geweldpleging, maar heeft altijd ontkend zich schuldig te hebben gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. Het hof heeft het onderzoek in hoger beroep herzien en geconcludeerd dat de rol en het aandeel van de verdachte in de beschuldigingen niet boven redelijke twijfel kan worden vastgesteld. Ondanks dat er voldoende wettig bewijs in het strafdossier aanwezig is, ontbreekt de overtuiging voor een bewezenverklaring van de openlijke geweldpleging. De verklaringen van de betrokkenen zijn tegenstrijdig en bieden geen eenduidig beeld van de gebeurtenissen. Hierdoor heeft het hof besloten om het vonnis van de kinderrechter te vernietigen en de verdachte vrij te spreken van de ten laste gelegde feiten. De advocaat-generaal heeft eveneens gevorderd dat de verdachte vrijgesproken zou worden, wat het hof in zijn beslissing heeft meegenomen. Het arrest benadrukt het belang van voldoende bewijs en de noodzaak om te kunnen vaststellen dat de verdachte daadwerkelijk een bijdrage heeft geleverd aan het openlijk geweld.