ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0807

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
8 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001088-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs van bedreiging met een keukenbijltje

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 8 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was eerder vrijgesproken van de beschuldiging dat hij op 18 oktober 2009 dreigend met een keukenbijltje of ander slagvoorwerp in de hand op een slachtoffer was toegelopen. De politierechter had de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging en had plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van een jaar gelast. De advocaat-generaal had in hoger beroep gevorderd dat het hof het ten laste gelegde feit bewezen zou verklaren. Echter, het hof oordeelde dat op grond van de wettige bewijsmiddelen niet kon worden bewezen dat de verdachte daadwerkelijk dreigend was opgetreden tegenover het slachtoffer. Uit de aangifte bleek dat de dreiging niet tegen het slachtoffer was gericht, maar tegen de stiefbroer van de verdachte. Ook de verklaringen van getuigen ondersteunden deze conclusie. Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en sprak de verdachte vrij van het hem ten laste gelegde feit. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van getuigenverklaringen in het bewijsproces.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001088-10
Parketnummer eerste aanleg: 07-400307-09
Arrest van 8 april 2011 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 20 april 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1981] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.W. van Faassen, advocaat te Zwolle.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij vonnis ontslagen van alle rechtsvervolging en de plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van een jaar gelast, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft, nadat het hof hem heeft verzocht zich op deze behandeling ter zitting alleen uit te laten over de vraag of het feit bewezen kan worden, gevorderd dat het hof het verdachte ten laste gelegde bewezen zal verklaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 18 oktober 2009 te [plaats] [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers is verdachte opzettelijk dreigend met een keukenbijltje, althans met een slagvoorwerp, in zijn hand op die [slachtoffer] toegelopen.
Vrijspraak
Op grond van wettige bewijsmiddelen kan niet worden bewezen dat verdachte dreigend met een keukenbijltje - of een ander slagvoorwerp - in de hand op [slachtoffer] is toegelopen. Uit de aangifte van [slachtoffer] blijkt dat de dreiging met het keukenbijltje niet hem betrof, doch verdachtes stiefbroer [naam].
Ook uit de verklaringen van getuige [getuige], afgelegd bij de politie en ter zitting van het hof, blijkt niet dat [slachtoffer] met het keukenbijltje - of een ander slagvoorwerp - is bedreigd. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J.A.A.M. van Veen, voorzitter, mr. S. Zwerwer en mr. W.M. van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers als griffier.