ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0769
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- W.M. van Schuijlenburg
- S. Zwerwer
- J.A.A.M. van Veen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak en ontslag van rechtsvervolging in zaak betreffende het houden van honden en beschadigen van een dassenburcht
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem op 8 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor twee feiten: het beschadigen van een dassenburcht en het houden van honden onder omstandigheden die in strijd zijn met het Besluit inzake het houden van een waak- of heemhond. Het hof heeft de zaak in hoger beroep behandeld en is tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende bewijs was voor het eerste feit. De verdachte heeft ter zitting aannemelijk gemaakt dat hij de honden niet als waak- of heemhond heeft gehouden, waardoor het verbod van het Besluit niet van toepassing was. Het hof heeft daarom de verdachte vrijgesproken van het eerste feit en hem ontslagen van alle rechtsvervolging voor het tweede feit. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een geldboete, maar het hof heeft het vonnis van de eerste aanleg vernietigd en opnieuw recht gedaan. De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de voorwaarden waaronder honden mogen worden gehouden.