ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0694
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Courtage verschuldigd bij verkoop op eigen initiatief van de verkoper, buiten de door hem voordien ingeschakelde makelaar om
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem diende, hebben appellanten hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad, uitgesproken op 24 juni 2009. De zaak betreft een geschil over de verschuldigdheid van courtage aan de makelaar, [geïntimeerde], na de verkoop van een bedrijfspand door de appellanten zonder tussenkomst van de makelaar. De appellanten, gevestigd te Emmeloord, hadden [geïntimeerde] exclusief de opdracht gegeven tot bemiddeling bij de verkoop van hun pand. Deze opdracht was schriftelijk vastgelegd op 31 januari 2008, met daarin een onderhandelingsverbod en een contracteerverbod. De appellanten hebben het pand op 4 april 2008 verkocht, nadat zij de opdracht aan [geïntimeerde] hadden ingetrokken. De makelaar vorderde betaling van de courtage, die door de rechtbank werd toegewezen.
In hoger beroep hebben de appellanten twee grieven ingediend. De eerste grief betrof de aanname van de rechtbank dat de appellanten het onderhandelingsverbod hadden overtreden. De appellanten stelden dat zij [geïntimeerde] op de hoogte hadden gehouden van de gang van zaken en dat zij geen handelingen hadden verricht die de makelaar in haar werkzaamheden zouden belemmeren. De tweede grief betrof de overweging van de rechtbank dat er geen omstandigheden waren die aanleiding gaven tot matiging van de vordering.
Het hof heeft de grieven van de appellanten verworpen. Het hof oordeelde dat de appellanten wel degelijk het onderhandelingsverbod hadden overtreden, ongeacht of [geïntimeerde] op de hoogte was van de onderhandelingen. Het hof bevestigde dat de courtage verschuldigd was op basis van de algemene voorwaarden, die de appellanten aanvaard hadden. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de appellanten in de kosten van het geding in hoger beroep moesten worden veroordeeld. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde de appellanten in de kosten van het geding.