ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0426
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- B.P.J.A.M. van der Pol
- H.W. Koksma
- L.E.M. Hendriks
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens niet bewezenverklaarde overtreding van de Drank- en Horecawet na herroeping van vergunning
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 5 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Arnhem. De verdachte was beschuldigd van het zonder vergunning exploiteren van een horecabedrijf, namelijk café [X], op 7 februari 2009. De vergunning van de verdachte was op 28 januari 2009 ingetrokken door het college van burgemeester en wethouders, maar deze intrekking werd later op 29 oktober 2009 door het college gegrond verklaard en herroepen. Het hof heeft vastgesteld dat de intrekking van de vergunning niet rechtsgeldig was, omdat de vernietiging van het besluit met terugwerkende kracht effect heeft. Dit betekent dat de vergunning geacht moet worden nooit ingetrokken te zijn geweest.
Het hof heeft de tenlastelegging beoordeeld en geconcludeerd dat de verdachte op de tenlastegelegde datum niet zonder vergunning het café heeft geëxploiteerd. De rechtbank had eerder een andere bewijsbeslissing genomen, maar het hof heeft deze vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is vrijgesproken van de beschuldiging, omdat niet bewezen kon worden dat hij het tenlastegelegde feit heeft begaan. De uitspraak van het hof is in lijn met eerdere jurisprudentie, waarin is vastgesteld dat een vernietiging van een besluit door een bestuursorgaan betekent dat het besluit van de aanvang af niet rechtsgeldig is geweest.
De beslissing van het hof is genomen na onderzoek op de terechtzitting van 22 maart 2011, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. Het hof heeft geoordeeld dat de bewijsvoering niet voldoende was om de verdachte te veroordelen, en heeft daarom het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken.